• Acht maanden cel voor Amersfoortse hondenvechter

Acht maanden cel voor Amersfoortse hondenvechter

Leestijd
5 minuten
Tot nu toe gelezen

Acht maanden cel voor Amersfoortse hondenvechter

do, 10/31/2019 - 15:13

De drie mannen en één vrouw die in Amersfoort werden opgepakt wegens het organiseren van hondengevechten, dierenmishandeling en het fokken van honden met vechtkenmerken, kregen vandaag hun straf te horen. Een man krijgt acht maanden celstraf (waarvan drie voorwaardelijk. Twee andere mannen en een vrouw krijgen taakstraffen en voorwaardelijke gevangenisstraffen voor hun aandeel in de strafbare feiten. Ook mogen ze gedurende drie jaar geen honden houden. Het OM eiste 9 maanden, waarvan 3 voorwaardelijk, en een houdverbod van 5 jaar.

Medio 2016 kreeg de politie een tip over hondengevechten die zouden worden gehouden in een woning van één van de vier verdachten in Amersfoort. Uit het onderzoek dat volgde, kwamen verschillende verdachten in beeld, die in wisselende samenstelling gevechten met pitbull-achtige honden hielden. Een aantal maanden later hield de politie de drie mannen en de vrouw aan.

De rechtbank acht de vier schuldig aan het organiseren van de gevechten en het laten deelnemen van honden daaraan. De rechtbank neemt hen dat zeer kwalijk: de honden liepen tijdens de gevechten ernstige (bijt)wonden op en zijn kreupel geworden. Eén van de honden raakte dusdanig gewond dat haar poot is gehecht met een hechtpistool. Op de videobeelden van de hondengevechten is duidelijk te horen hoe de honden janken als uiting van pijn en uitputting. Ook is te zien dat de gevechten redelijk lang duren en er soms ook opnieuw begonnen wordt als een hond al verzwakt is. Twee zijn ook schuldig aan het fokken van honden op vechtkenmerken en aan het bedrijfsmatig houden van honden zonder te voldoen aan de benodigde vereisten: hierdoor zijn bij een groot aantal honden ernstige gedragsafwijkingen ontstaan. De rechtbank vindt het schrijnend om te zien hoeveel verschrikkelijk leed de dieren is aangedaan.

De rechtbank oordeelt dat mensen ten opzichte van dieren een speciale verantwoordelijkheid hebben. Dit houdt in dat in de omgang met dieren zorg moet worden gedragen voor het welzijn en de gezondheid van het dier en dat al het mogelijke wordt gedaan om de eigenheid en integriteit van een dier te respecteren. Omdat de zaak zo lang op zich heeft laten wachten en omdat de rechtbank niet bewezen vindt dat de mannen en de vrouw een criminele organisatie vormden, legt de rechtbank iets lagere straffen op dan de Officier van Justitie had geëist.

De advocaat van een der verdachten had nog aangevoerd dat de dagvaarding “onvoldoende gespecificeerd” was ten aanzien van de mishandeling. “Er is niet geconcretiseerd op welke specifieke manier het welzijn en de gezondheid van het ouderdier en/of de nakomelingen werd benadeeld en het is onduidelijk om welke nestjes het gaat.” Aldus de raadsvrouwe.

Uit gedragsbeoordelingen in Ütrecht bleek dat het merendeel van de door de vier gefokte honden ernstig gedragsgestoord was, en extreem agressief. Op drie pups na dienden alle pups te worden ingeslapen. Ook fokte het stel met de twee andere mannen (waaronder een broer van de Turkse hoofdverdachte) meer dan dertig honden, en waren dus bedrijfsmatig bezig. Echter, er waren geen ordentelijke vergunningen of anderszins tekenen dat die bedrijfsmatigheid ook officieel was. De hoofdverdachte trad ook op als scheidsrechter bij hondengevechten, en liet zijn eigen honden regelmatig deelnemen, zo bleek uit het onderzoek.  Daarnaast werd geconstateerd dat de verdachte verboden lichamelijke ingrepen deed bij de honden (medische ingrepen voorbehouden aan een dierenarts),  de honden ook nodeloos pijn werd toegebracht, en de dieren ook nodeloos leden omdat ze moesten vechten. Vanuit turkije werden verboden medicijnen voor de honden geïmporteerd.

Ook werd de hoofdverdachte ten laste gelegd dat hij deel uitmaakte van een criminele organisatie.

“Welnee” zegt de advocaat. “Dat zou zijn gefokt met honden met vechtkenmerken en/of agressieve karaktereigenschappen maakt niet dat de betreffende hond feitelijk agressief of gevaarlijk is. Een vechtkenmerk of agressieve eigenschap kan ook niet worden gezien als een ernstige gedragsafwijking. Dat het vechtkenmerk ook feitelijk werd overgedragen aan de nakomelingen kan niet worden bewezen.”  Bedrijfsmatig fokken was ook niet aan de orde, want de pups gingen uitsluitend naar familie en vrienden. En ja, dat er toevallig een nestje was met 12 pups, daar was niet op gerekend.  Dat verdachte meedeed met hondengevechten bestrijdt de advocate niet. Alleen was hij nooit scheidsrechter. En uiteraard was er geen sprake van een criminele organisatie. “ Verdachte heeft twee gevechten georganiseerd en hij was bij vier andere gevechten aanwezig, maar hij maakte geen deel uit van een crimineel netwerk. Voor een criminele organisatie is veel meer nodig dan het incidenteel organiseren van of aanwezig zijn bij een hondengevecht en het voorhanden hebben van (dier)geneesmiddelen. Verdachte gaf geen instructies, verwachtte geen verantwoording, werkte niet met iemand samen en hij had zeker geen oogmerk om deel te nemen aan een organisatie die zich zou bezig houden met het organiseren van illegale hondengevechten.

De rechtbank oordeelt inderdaad dat een aantal gevallen in de tenlastelegging onvoldoende bewezen zijn, onduidelijk -en dus niet bewezen- zijn enkele hondengevechten, waardoor de verdachte ervan wordt vrijgesproken. Ook kan de rechter niet vaststellen of de middelen in het bezit van de man allemaal diergeneesmiddelen zijn, dus ook hier wordt de man in bepaalde gevallen vrijgesproken. En ook ziet de rechtbank niets in de “criminele organisatie”. “Onder organisatie in de zin van artikel 140 Sr wordt verstaan een samenwerkingsverband tussen ten minste twee personen met een zekere duurzaamheid en structuur. De rechtbank is onvoldoende gebleken dat sprake is van zo’n samenwerkingsverband. Het organiseren/ aanwezig zijn bij hondengevechten en/of (het voeren van gesprekken over) het fokken van honden gebeurde wel vaak, maar steeds in wisselende samenstelling en zonder vaste rollen.” Vrijspraak op dat punt dus.

Wel acht de rechtbank bewezen dat er gefokt is op vechteigenschappen: “De rechtbank stelt vast dat verdachte honden heeft gefokt op vechtkenmerken. Verdachte heeft meerdere nestjes gehad, zo heeft hij zelf verklaard. Samen met zijn broer had hij een kennel ( [naam kennel] ). Op de website van die kennel werd gesproken over een serieus fokprogramma en werden bloedlijnen getoond met honden die afstammen van bekende vechtlijnen. Uit WhatsAppberichten tussen verdachte en zijn broer blijkt dat zij beslissingen namen over welke honden zouden worden gekruist. Bij de beslissing om honden te paren/kruisen, werden honden uitgekozen die goed konden vechten, kennelijk om goede of nog betere vechthonden te fokken.” Eveneens wordt de beschuldiging van bedrijfsmatig fokken gehonoreerd. En voor het organiseren van 2 andere hondengevechten ziet de rechter ook voldoende bewijs. “Op de video van het hondengevecht is te zien dat verdachte de honden tijdens het gevecht aanmoedigt, de eigenaren van de honden tips geeft en bepaalt wanneer het gevecht eindigt.” Dierenmishandeling en het uitvoeren van medische ingrepen zonder dierenarts acht de rechter wel voldoende bewezen.

De raadsvrouwe van verdachte probeerde ook nog om de rechter zover te krijgen dat “het euthanaseren van de pups op basis van het assessment, dat ondeugdelijk zou hebben getest” de belangen van de verdachte ernstig zou hebben geschaad. Daar gaat de rechter echter niet in mee. Wel legt de rechter strafvermindering op omdat de verdachte twee keer is aangehouden (hij werd later een tweede maal gearresteerd op basis van nieuwe feiten). Het mishandelen van de honden ziet de rechter als ernstige zaak. “Op de videobeelden van de hondengevechten, waarvan een selectie door de officier van justitie op de zitting is getoond, is duidelijk te horen hoe de honden janken als uiting van pijn en/of uitputting. Ook is te zien dat de gevechten redelijk lang duren en er soms ook opnieuw begonnen wordt als een hond al verzwakt is. Het is dan ook schrijnend om te zien hoeveel verschrikkelijk leed de honden is aangedaan.”

Dat er geen negen maar 8 maanden straf wordt opgelegd komt doordat de criminele organisatie niet bewezen is. Wel opvallend is dat de rechtbank zich expliciet uit over de celstraf. “Het gebeurt niet vaak dat er gevangenisstraffen worden opgelegd voor dierenmishandeling. In dit geval is het dierenleed zo ernstig geweest dat de rechtbank hier wel toe overgaat. (…) De rechtbank vindt dat verdachte – gelet op de ernst van het dierenleed en het gegeven dat verdachte inmiddels weer een (pitbullachtige) hond heeft aangeschaft – gedurende de proeftijd ook geen honden mag houden. De rechtbank wil daarmee voorkomen dat verdachte doorgaat met het organiseren van hondengevechten en zal daarom als bijzondere voorwaarde een houdverbod voor het houden van honden opleggen. Het LID moet dit (regelmatig) controleren.

Het is nog niet bekend of de veroordeelden en/of het OM in hoger beroep gaan.

dossier