Rouw bij honden
Tijdens de voorbereidingen voor het vorige nummer van Dogzine overleed één van onze volwassen honden tamelijk plotseling na een ziekbed van twee dagen. En zoals bij veel hondenmensen, was dat voor ons een periode van gemis en verdriet. Maar niet alleen voor ons, twee van de andere honden leken al hun energie kwijt, wilden niet gaan liggen op de plek van de overleden hond, aten slecht en waren heel duidelijk uit hun routine. Vooral onze reu, die 7 jaar lang dag en nacht met de overleden teef was opgetrokken, leek helemaal de weg kwijt. Zijn normale opgewekte ietwat lompe zelf was verdwenen, hij leek zich voort te slepen door de dagen, zonder veel interesse om wat er om hem heen gebeurde. Hij leek in rouw…
(Dit artikel verscheen eerder in nummer 5, 2021 van Dogzine)
Er is inmiddels heel veel bekend over rouw van mensen als er een geliefd huisdier, veelal een hond, is overleden. Mensen ontwikkelen vaak sterke emotionele banden met hun honden, honden die vaak als echt gezinslid worden gezien. Eigenaren zijn vooral gehecht aan hun hond omdat de relatie hetzelfde, of zelfs een groter gevoel van comfort en veiligheid en betrouwbare genegenheid biedt dan hechte menselijke relaties. Althans, dat was de conclusie in een groot onderzoek uit 2015 van Pirrone. Volgens een andere onderzoeker, Cowles, bepaalt de mate van gehechtheid tussen eigenaar en huisdier de psychologische impact op de eigenaar als gevolg van het overlijden van een huisdier. En daarom ervaren mensen een groot gevoel van verlies en zijn in rouw gedompeld als hun geliefde hond overlijdt. Dat gevoel van verlies, de rouw, is niet wezenlijk verschillend van de rouw die we beleven als een direct familielid sterft. Het blijkt zelfs dat de rouwperiode voor een hond of kat langer kan duren dan die voor een familielid. Onderzoek heeft aangetoond dat het verlies van een huisdier net zo ernstig kan zijn als het verlies van een ander mens , waarbij dezelfde symptomen worden ervaren als bij het rouwen om de dood van een mens, zoals verdriet, slaapverlies, concentratieproblemen en verlies van eetlust. De acute fase van rouwreacties na het overlijden van een huisdier vindt vaak plaats binnen een tijdsbestek van twee maanden na het verlies, waarbij het verdriet om het dier zes maanden tot een jaar aanhoudt. Hoe lang iemand verdriet heeft, hangt uiteraard van meerdere factoren af. Het aantal honden of katten dat iemand heeft is hierbij overigens geen bepalende factor. Wat het vaak nog extra moeilijk maakt is dat de omgeving rouw om een familielid wel erkent, maar om een hond of kat nauwelijks. “Het is maar een hond”, “Dan neem je toch gewoon een nieuwe…”, iedereen die een hond of kat heeft verloren kent die opmerkingen uit zijn omgeving. En veel -gelukkig niet alle- werkgevers zien verzuim als gevolg van het overlijden van een huisdier als onnodig. En dat, terwijl onderzoek laat zien dat de dood van een huisdier tot depressies en zelfs posttraumatische stressstoornissen kan leiden.
Dit artikel is een premium-artikel,beschikbaar voor abonnee's van ons blad en website-abonnee's. Het hele artikel is alleen beschikbaar voor abonnees.
Wilt u toegang, kijk dan hier voor de mogelijkheden
Rouw van honden om honden
Maar dat is onze menselijke rouw voor honden, en niet de rouw van honden. Bestaat dat dan ook, of zijn we nu teveel onze menselijke emoties aan het projecteren op de hond, hem aan het antropomorfiseren? Natuurlijk, er zijn verhalen bekend van honden die rouwen om hun menselijke compagnon, denk aan Hatchiko, de Akita die volgens overlevering jarenlang op het station op zijn baasje wachtte. Recentere verhalen vertellen ook van honden die op het graf van hun baas gaan liggen en die plek vrijwel niet meer verlaten. En wie herinnert zich niet de foto van de hulphond van President Bush die na zijn overlijden bij de kist waakt.
Maar is dat rouw? Of is het iets dat we door onze menselijke projectie zien als rouw? De meningen daarover zijn verdeeld. Neem bijvoorbeeld het verhaal van Greyfriars Bobby, een 19e-eeuwse terriër die bekendheid verwierf door 14 jaar lang de wacht te houden bij het graf van zijn Schotse eigenaar. Maar wachtte hij daar echt op de eigenaar, of, zoals later veelvuldig werd beweerd? Of bleef hij gewoon op het kerkhof rondhangen omdat mensen uit de omgeving hem daar al snel kwamen voeren, en bleven voeren?
Antropomorf
Als toegewijde eigenaar denken we uiteraard graag dat onze honden, mochten we voortijdig overlijden, verdriet om ons hebben. Bewijs daarvoor, wetenschappelijk bewijs, is er echter nog nauwelijks. “Of en hoe dieren rouwen is een opkomend onderzoeksgebied en er is groeiend bewijs dat olifanten, primaten en walvisachtigen zoals dolfijnen het doen, maar er is nog geen wetenschappelijke literatuur over hondenverdriet”, aldus antropoloog Barbara J. King, auteur van "How Animals Grieve". King meent dat honden wel degelijk in staat zijn tot verdriet en ze verwerpt het idee dat die aanname antropomorf is. “Maar om het nauwkeurig te identificeren, zou meer nodig zijn dan een foto, video of nieuwsaccount: het zou afhangen van observaties van een hond voor, tijdens en na een overlijden en van tekenen van "specifiek extern geuit gedrag rond een lichaam of net na een overlijden. Dat kan lethargie of terugtrekking zijn,” aldus King in een interview met de Washington Post. “Hoe weten we dat een hond verdriet ervaart in plaats van een gevoel van afwezigheid te ervaren? Het is niet antropomorf om deze termen te gebruiken, maar laten we terughoudend zijn en niet alles verdriet noemen wat eigenlijk met stress te maken heeft."
Ook psycholoog Alexandra Horowitz, sluit het idee niet uit dat honden rouwen. Maar ze interpreteert de Hachiko-achtige verhalen minder als bewijs van hondenrouw en meer als onze neiging om dierenhandelingen door een menselijke lens te bekijken, in plaats van de wereld te beschouwen vanuit het oogpunt van een hond. “We kunnen nadenken over de dood en onze eigen sterfelijkheid en weten dat als we iemand verliezen, we diegene nooit meer zullen zien. Ik weet niet zeker of honden dat idee hebben. En als ze dat niet doen, kan hun verdriet subjectief anders zijn dan het onze. Het is ook redelijk om aan te nemen dat een hond wiens eigenaar plotseling is verdwenen, wel zou blijven doen wat hij gewend is. De hond heeft niet veel keus. Hij heeft geen zelfstandig leven waarin hij andere manieren van leven kan ontdekken. Dit is het leven dat de hond altijd heeft gekend. En het is leuker om dat als verdriet of loyaliteit te omschrijven.”
Rouw om soortgenoten
Los van de vraag of dit rouw is of een trage aanpassing aan nieuwe situaties gaat het hier opnieuw om de band tussen hond en mens. Maar rouwen honden ook om hun roedelgenoten? Daar is geen eenduidig antwoord op te geven. In een kleine online enquête vroegen we eigenaren naar gedrag na het overlijden van één van de honden in de roedel. Veel honden vertoonden ander gedrag, waarbij vooral opvalt dat ongeveer de helft van de honden zich terugtrekt, minder speels wordt, een gebrek aan energie lijkt te hebben. Bij één op de vijf honden neemt de eetlust af. Anderzijds gaan veel honden, iets meer dan 40% (let op, meerdere antwoorden waren mogelijk bij deze vraag) op zoek naar meer aandacht en steun. Soms leken de honden nerveuzer te worden, en ook huilgedrag komt voor. “Heel stil, treurig, iedere ochtend gaan zoeken of zijn vriend ergens was en teleurgesteld zijn als dit niet zo bleek te zijn, minder vrolijk met uitlaten ,niet willen spelen” schreef een van de respondenten. Dergelijk afwijkend gedrag, afwijkend in de zin van anders dan voor het overlijden van de mede-hond, was soms in enkele dagen over, maar kon soms ook veel langer aanhouden. Bij ruim 53% van de honden duurde het minimaal twee weken, 11% van de honden had het gedrag zelfs langer dan een half jaar. Bij sommige honden ging het veranderde gedrag zelfs helemaal niet meer over.
Beperkt
Zo uitgebreid als het onderzoek naar menselijke rouw over een overleden huisdier is, zo beperkt is het onderzoek naar “rouw” bij dieren, zeker honden, waar het de eigen soortgenoten betreft. Het enige onderzoek dat daadwerkelijk naar deze materie is gedaan stamt uit 2016, en is uitgevoerd in Nieuw-Zeeland en Australië. Ook daar werd via een vragenlijst naar veranderend gedrag gevraagd, wat uiteindelijk tot 153 reacties over honden leidde. Het onderzoek van Johanna Walker et.al, Owners’ Perceptions of Their Animal’s Behavioural Response to the Loss of an Animal Companion, vertelt dat eigenaren na het verlies van een hond gemiddeld 4,8 ± 0,2 gedragsveranderingen bij hun honden zagen. 74% ( n = 113) vertoonde veranderingen in aanhankelijk gedrag, waarvan 35% ( n = 53) werd beschreven als meer veeleisende aandacht van hun eigenaar vragen, en 26% ( n = 40) werd meer aanhankelijk. Daarentegen werd 10% ( n = 16) juist afstandelijker, vroeg minder aandacht van de eigenaar. Van een totaal van 60% (94/159) van de honden werd gemeld dat ze veranderingen in territoriaal gedrag vertoonden, waarvan 30% de favoriete plek van de overledene opzocht. Veranderingen in slaapgedrag werden gemeld voor 42% (67/159) van de honden, waarbij 34% een toename in slaapduur liet zien. Veranderingen in eetgedrag kwamen ook vaak voor, 42% van de honden ging andere hoeveelheden eten, het merendeel (35%) minder, 31% van de honden ging ook veel langzamer eten. De veranderingen in de mate van aanhankelijkheid duurden gemiddeld twee tot zes maanden, veranderingen in territoriaal gedrag en eetgedrag duurden korter, twee maanden of minder.
Opvallend is wel dat het voor de achterblijvende hond weinig uitmaakte of het overleden mededier een andere hond was, of de huiskat. Het enige statistische verschil tussen het verlies van een mede-hond of mede-kat werd waargenomen in de snelheid van eten, die veranderde vaker als er een mede-hond was overleden dan als er een kat was overleden.
Afscheid
Het “afscheid laten nemen” is iets wat steeds meer eigenaren in ieder geval proberen te doen, de overgebleven dieren kunnen nog even bij het lichaam van hun maatje. Het Nieuw-Zeelands onderzoek ziet geen verschil in gedrag, rouwgedrag, ongeacht of er gelegenheid was om afscheid te nemen of niet. Honderdachtenvijftig overgebleven dieren (honden 58%; katten 42%) kregen de gelegenheid tot afscheid. Er werd geen verschil gerapporteerd door eigenaren tussen dieren die het overleden lichaam van hun metgezel zagen en degenen die het overleden lichaam van hun metgezel niet zagen op de gerapporteerde gedragsveranderingen. Bij het bekijken van het overleden dier werd gemeld dat de meerderheid (73%; n = 115) het lichaam van de dode metgezel besnuffelde en onderzocht.
Tot zover de harde cijfers. Er is dus duidelijk sprake van gedragsveranderingen, maar kunnen we dat ook rouwgedrag, of eventueel simpel “het missen van” noemen? Het probleem met dieren, alle dieren, is dat we -in ieder geval nog- niet met ze kunnen spreken. We kunnen niet simpelweg vragen “mis je je maatje?” We kunnen zelfs er niet zomaar vanuit gaan dat honden dezelfde emoties ervaren als mensen. Dat honden emoties ervaren, dat is inmiddels een goed onderzocht gegeven, zelfs in zoverre dat bepaalde emoties dezelfde hersengebieden bij honden laten reageren als bij mensen. Maar ervaart een hond, een kat of zelfs een mensaap, de emotie op dezelfde wijze als wij die ervaren? Zijn emoties universeel voor alle dieren, of misschien alleen voor zoogdieren (waarvan wij er natuurlijk ook één zijn). Snapt een hond het begrip “dood”? Het onderzoek naar dit soort emoties wordt wel steeds beter, in de afgelopen jaren zijn een aantal methodologieën ontwikkeld en toegepast in een poging om zowel positieve als negatieve emoties bij dieren te meten die relevant kunnen zijn voor de studie van verdriet bij dieren. Vooralsnog niet specifiek bij honden, maar eerder bij landbouwdieren. Dat onderzoek suggereert dat dieren inderdaad het vermogen hebben om negatieve gevoelens te ervaren als gevolg van het verlies van een soortgenoot. Een theorie is dat dit verdriet een evolutionair principe is ontstaan uit een stressreactie als reactie op scheiding van metgezellen, waardoor de groepscohesie in sociale soorten behouden blijft. Oftewel, door gedragsmatig te reageren op het verlies van een soortgenoot, blijft de groep bij elkaar. Strikt vanuit de biologie geredeneerd, zo stellen de onderzoekers in Nieuw-Zeeland, is het een tweefasenmodel. Met actieve en passieve gedragsreacties. Deze twee fases zouden -zo menen de wetenschappers- de kans vergroten dat gescheiden, gebonden dieren herenigd worden. Het huilen (vocalisaties), nerveus gedrag, zoekgedrag, alles in de actieve fase en vervolgens verminderde activiteit en terugtrekking uit de omgeving (om energie te besparen) in de tweede fase. Het onderzoek hiernaar is vooral bij landbouwdieren gedaan, en niet bij overlijden, maar bij het weghalen van jonge dieren bij koeien en dergelijke, het kunstmatig spenen. Ook daar is sprake van een afscheidssituatie, en werden toegenomen vocalisaties, veranderde voedingspatronen, verhoogde voortbeweging, onderbreking van het spel, verhoogde corticosteroïden, hartslag, kernlichaamstemperatuur en verminderde immunocompetentie waargenomen. Oftewel, het missen van een soortgenoot brengt een stressreactie op gang. Maar nogmaals, vergelijkbaar onderzoek bij honden is nauwelijks gedaan. Verder onderzoek heeft overeenkomsten aangetoond tussen hersengebieden die geactiveerd zijn tijdens de scheiding van moeder en jong bij de cavia, en die zouden er op wijzen dat sommige dieren emotionele stress ervaren die vergelijkbaar is met de menselijke ervaring van verdriet als gevolg van scheiding.
Meer dan behoefte aan aandacht
Zijn de waargenomen gedragsveranderingen dan een teken van verdriet, of zit er een andere, minder altruïstische reden achter. Opvallend is dat de vocalisaties en de wat overdreven manier van aandacht vragen die bij honden wordt waargenomen, overeen lijkt te komen met de symptomen van verlatingsangst. Dat is iets wat bij honden veel vaker onderzocht is en waarvan we weten dat het stress bij honden veroorzaakt. Of de verminderde eetlust en verminderde eetsnelheid gekoppeld is aan verdriet? Honden met verlatingsangst zijn ook mindere eters, maar anderzijds, het kan ook zo zijn dat de hond rustiger eet omdat een voedselconcurrent is weggevallen. En veranderingen in het slaappatroon zouden kunnen komen door verdriet, maar ook doordat de stimulatie van het samenleven met een andere hond is weggevallen. De onderzoekers concluderen dan ook dat gedragsveranderingen bij honden (en andere dieren) veelvuldig voorkomen na het verlies van een mede-huisdier, maar dat er verder onderzoek nodig is om te zien of dat echt stress- of rouwgedrag is of niet.
Na de onderzoeken hierboven genoemd is er feitelijk geen ander -wetenschappelijk- onderzoek naar dit fenomeen gedaan. Volgens Alexandra Horowitz, die we hiernaar vroegen, is dat vreemd, want het verzamelen van data is niet echt heel lastig. In ieder geval, kijkend naar de resultaten uit de Dogzine-vragenlijst meent Horowitz dat er beslist sprake is van rouwgedrag, en dat het aandacht vragen door de hond, op welke manier dan ook, meer is dan simpelweg aandacht willen. “My own opinion is that those behavioral changes do emerge from grief, or loss. I can't fathom what that feels like to the dog, but I do not think that it is attention-getting behavior.”(Mijn opinie is dat de gedragsverandering voortkomen uit een gevoel van verdriet, of rouw. Ik kan me niet voorstellen hoe dat voor een hond moet voelen, maar ik denk niet dat het alleen maar aandacht vragen is…”)
Nog even terug naar de Dogzine-vragenlijst. Duidelijk is dat het merendeel van de hondeneigenaren, 66%, probeert iets aan het gedrag, het rouwgedrag, te doen. Vooral extra aandacht geven, wat extra wandelen. Sommigen besteden er ook juist geen aandacht aan. Een kleine groep zoekt hulp bij een gedragstherapeut (4,6%), gaat langs de dierenarts (3,5%) of geeft zelf homeopathische middelen. (ca. 3%). Uiteindelijk “helpt” dat bij 65% van de honden, bij een aantal hielp het een beetje of helemaal niet.
Rouwen om wat er ontbreekt
Opvallend is wel dat het rouwgedrag niet direct afhangt van de onderlinge band die de honden voor het overlijden van een van de honden hadden. Ook honden die elkaar betrekkelijk links lieten liggen tonen rouwgedrag. Al zie je wel dat honden die een goede onderlinge band hadden dat vaker hebben. Van alle honden met rouwgedrag was ongeveer de helft aanwezig bij het overlijden, de andere helft niet, een gedeelte werd wel vlak na het overlijden bij het lichaam van de overleden hond gelaten. Iets meer dan 21 procent heeft geen afscheid kunnen nemen. Toch zien we niet terug dat wel of niet aanwezig zijn invloed heeft op het rouwgedrag. Eerder zien we dat naarmate de honden langer samen zijn, er duidelijker rouwgedrag is.
Honden rouwen dus om overleden soortgenoten, al doen ze het zeker niet allemaal. Of het rouwen om de dood van een hond is weten we niet, we weten niet of een hond het concept “dood” kent, we weten hooguit dat de hond merkt dat zijn maatje niet meer in de buurt is. "Honden weten niet per se dat er nog een hond in hun leven is overleden, maar ze weten dat die persoon ontbreekt", zegt dr. Marc Bekoff , emeritus hoogleraar ecologie en evolutionaire biologie aan de Universiteit van Colorado. "Het is een situatie van verlies van gezelschap waar die hond niet meer in de buurt is." Anderzijds, een hond die geen rouwgedrag vertoont bedoeld daar niet iets verkeerds mee. We weten simpelweg niet hoe hij het verlies ervaart. Honden kunnen ook reageren op het verdriet van de eigenaar, en hun gedrag kan -ook- voortkomen uit hun reactie daarop. Ze merken wel degelijk, dat is ook wetenschappelijk vastgesteld, dat de eigenaar verdrietig of gestrest is.
Uiteindelijk is het het beste om de hond gewoon met rust te laten als hij dat wil, en aandacht te geven als hij er om vraagt. De routine van het dagelijks leven vasthouden helpt ook. Alleen als de hond echt langdurig slecht eet is een bezoek aan de dierenarts aan te raden. Laat uw hond rouwen en wat tijd alleen hebben, beveelt Dr. Bekoff aan. Breng tijd door met de hond wanneer hij dat wil, zorg ervoor dat hij voldoende beweging krijgt en observeer hem wanneer hij eet, zodat hij de nodige voeding krijgt om gezond te blijven. Een andere hond nemen is ook een optie, als de hond niet graag alleen is. "Niemand van wie we houden kan worden vervangen, maar als de honden samen renden en speelden of tijd samen doorbrachten terwijl de eigenaar aan het werk was, kan een andere hond helpen." Aldus een advies.
Het belangrijkste is dat je er gewoon bent voor je hond om de liefde en aandacht te geven die hij nodig heeft om te herstellen van het verlies van een goede vriend. Dat zal je ook bij je eigen verdriet helpen.