Welk ras past bij mij?
Op zoek naar een nieuwe viervoeter, maar weet je niet waar te beginnen? De hondenencyclopedieën bieden het gehele scala aan rashonden dat de wereld rijk is, vaak meer dan 300! Maar hoe kom je erachter welk van deze rassen echt geschikt is voor jou? Veel honden eindigen in een asiel of voor herplaatsing omdat de eigenaar zich verkeek op het gedrag, de opvoeding en de verzorging van de hond. Het is dan ook belangrijk om goed te weten welk ras echt bij je past, en waar jij en je gehele gezin een maatje voor het leven aan hebben.
Er zijn tal van manieren om er achter te komen of een ras geschikt is. Elk ras heeft vele tientallen rasbeschrijvingen, maar gek genoeg komen die lang niet altijd overeen. Mensen zijn soms geneigd hun geliefde ras op te hemelen, of juist in een slecht daglicht te zetten. Dit is vaak beïnvloed door hun eigen ervaring met het ras, maar dat hoeft niet per se geldend te zijn voor jou. Er is een betrouwbaardere manier om het karakter van een ras in te schatten: kijk naar het oorspronkelijke gebruiksdoel!
Vrijwel alle hedendaagse hondenrassen zijn ontstaan omdat ze een oorspronkelijke taak hadden. Men fokte honden met bepaalde eigenschappen om ze geschikt te maken voor de jacht, het bewaken van een kudde of het verdelgen van ongedierte. Hierbij werd geselecteerd op karakters die het meest geschikt waren voor deze taak. De hondenrassen bezitten tegenwoordig dan ook nog steeds de karakters waar destijds op is gefokt. De oorspronkelijke taak van een ras zegt heel veel over het te verwachten karakter. Hoewel elk ras z’n speciale eigenschappen kent, kunnen we het globaal samenvatten in de rasgroepen die we kennen. Een overzicht.
Groep 1: Herdershonden en veedrijvers
Bijvoorbeeld: Duitse Herdershond, Border Collie, Shetland Sheepdog (Sheltie).
Deze honden zijn van oorsprong gefokt om te werken bij schaapskuddes of ander vee. Ze moesten het vee drijven en in sommige gevallen ook beschermen tegen wilde dieren. Veel rassen worden tegenwoordig nog steeds voor deze taak gebruikt. Om dit werk uit te voeren moeten ze nauwkeurig commando’s kunnen opvolgen en aandacht hebben voor hun eigenaar. Honden uit deze rasgroep zijn doorgaans werklustig, hebben een grote “will to please” en kunnen met de juiste opvoeding zeer gehoorzaam worden. Deze werklust staat vaak ook gelijk aan een grote energiebehoefte.
De honden nemen geen genoegen met korte wandelingen maar willen er graag op uit samen met de baas. Sommige rassen hebben daarnaast ook een grote behoefte aan mentale stimulans om tevreden te blijven: trainingen, hersenspelletjes of bijvoorbeeld speurwerk. Te weinig beweging of training kan leiden tot het ontwikkelen van probleemgedrag.
Het drijfinstinct van deze rassen kan zich vertalen in het najagen van en happen naar fietsers, joggers en andere honden. De rassen uit deze groep die van oudsher ook de kudde bewaakte beschikken nog steeds over sterke waakeigenschappen: het zijn doorgaans geen allemansvrienden en ze kunnen afwachtend zijn naar vreemden. Doorgaans zijn honden uit deze rasgroep geschikt voor mensen met een actieve levensstijl die graag hondensporten beoefenen of lange wandelingen maken met hun viervoeter. Ze moeten bereid zijn de eerste jaren van de hond veel tijd te investeren in een goede, consequente opvoeding.
Groep 2: Pinschers, Schnauzers, Molossers en Sennenhonden
Bijvoorbeeld: Rottweiler, Boxer, Dwergschnauzer, Berner Sennenhond, Engelse Bulldog
De belangrijkste overkoepelende taak van deze rassen is waken. Hoewel de Pinschers en Schnauzers ook dienst deden als verdelgers van ongedierte en in die zin ook jachthonden zijn, zijn de meeste rassen uit deze groep groot, imposant en met het vermogen om de waken en beschermen.
Hun taak was om het land van de eigenaar, de kudde of het gezin te bewaken tegen indringers. Dit was een taak die ze vaak alleen en zelfstandig uitvoerden, waardoor de meeste van deze rassen vrij onafhankelijk zijn van aard. Het waken zit veel van deze rassen in het bloed. Ze zijn daarom niet per se allemansvrienden en sommige rassen zijn afwachtend of wantrouwend naar vreemden. Het zal niet vanzelfsprekend zijn dat ze vrienden, familie of klasgenootjes van de kinderen met een warm onthaal in huis verwelkomen. Ook naar andere honden zijn rassen ook deze rasgroep niet altijd sociaal en vriendelijk. Ze zullen niet allemaal geschikt zijn om op een zondagmiddag los te laten in een vreemde roedel op het plaatselijke losloopveldje. Ze hechten sterk aan het eigen gezin maar het zelfstandige karakter maakt ze minder baasgericht dan bijvoorbeeld de Herdershonden.
Hoewel ze goed te trainen zijn, er is in sommige van deze rassen minder motivatie om met en voor de baas te werken. Afhankelijk van het ras is de energiebehoefte in deze rasgroep iets lager, al genieten ze wel van een goede wandeling. Voldoende ruimte in en om het huis is ook gewenst bij deze rassen zodat ze naar eigen inzicht kunnen rondlopen en vrij bewegen.
Groep 3: Terriërs
Bijvoorbeeld: Jack Russell Terrier, West Highland White Terrier (Westie), Cairn Terrier, Staffordshire Bull Terrier
Terriërs zijn van nature jachthonden. Ze zijn in de loop der jaren ontwikkeld in verschillende gebieden en voor verschillende doeleinden. De meeste kleine terriër-rassen werden ingezet voor de jacht onder de grond of op boerderijen als ongedierteverdelger. Sommige van de grote terriër-rassen dienden daarnaast ook als waakhond. Naast een sterk jachtinstinct staan terriërs ook bekend om hun vasthoudende karakter. Ze kunnen fel zijn in hun reacties en zijn daarom niet altijd sociaal naar soortgenoten.
In de sectie “Bull Terriërs”, rassen die zijn ontstaan uit kruisingen tussen Bulldoggen en Terriërs, bevinden zich rassen die ooit werden geselecteerd op karakters die ze geschikt maakten voor hondengevechten of gevechten met andere diersoorten. Bij deze rassen ligt het in de lijn der verwachting dat ze niet vriendelijk en tolerant omgaan met soortgenoten.
In de opvoeding hebben Terriërs een duidelijke eigen wil en kunnen om die reden beschreven worden als eigenzinnig en ongehoorzaam. De wil om zelfstandig te werken gecombineerd met een sterk aanwezig jachtinstinct kan de opvoeding en training van een Terriër tot een behoorlijke klus maken. Het kan zijn dat deze honden niet in alle gevallen betrouwbaar kunnen loslopen, vooral in natuurgebied met veel wild kan hun jachtinstinct de kop opsteken. Hun energieniveau maakt ze doorgaans een fijne metgezel voor mensen met een actieve levensstijl. Ze kunnen uren lopen, rennen en spelen. Ook binnenshuis zullen ze de vrolijke noot van het gezin zijn met een opgewekt, alert karakter. Terriërs zijn geschikt als honden voor actieve mensen die in staat zijn een hond consequent op te voeden. De eigenaar moet stevig in z’n schoenen staan en de hond met geduld kunnen bijbrengen wat wel en niet is toegestaan. Voor hondensporten zijn ze vaak ook geschikt, al moet de eigenaar geen onvoorwaardelijke gehoorzaamheid verwachten.
Groep 4: Dashonden
De kleinste rasgroep is die van de Dashonden; in de volksmond Teckels genoemd.
Alle variëteiten vallen onder deze rasgroep: de ruwhaar, korthaar en langhaar teckel en zowel in standaard formaat, dwergteckel en kaninchen teckel. Zoals de naam doet vermoeden werden deze honden gefokt voor de jacht op onder andere dassen. Ze werden een ondergrondse burcht ingestuurd waar ze verder zelfstandig op jacht moesten. Honden met een zelfstandig karakter en een sterk jachtinstinct dus.
Dit kan moeilijkheden geven bij het laten loslopen van de hond, vooral in wildrijk gebied wil de Teckel wel eens z’n neus volgen en de eigenaar uit het oog verliezen. Ook de gehoorzaamheid wordt gekenmerkt door het onafhankelijke karakter, ze zullen geen slaafse gehoorzaamheid vertonen maar trekken gemakkelijk hun eigen plan.
Inmiddels is de dashond ook een geliefde huishond en doet het prima in gezinnen. Met soortgenoten zijn er meestal geen problemen, met andere huisdieren moet de eigenaar er wel oppassen dat het jachtinstinct van de hond niet wordt aangewakkerd. De energiebehoefte wordt meestal gemakkelijk aangepast aan de rest van het gezin. Voor hondensporten zijn ze vanwege hun lange rug niet altijd geschikt. Wel zijn Dashonden van nature jachthonden die veel op hun reukvermogen vertrouwen. Sporten als speuren en zweetwerk zijn ze dus op het lijf geschreven!
Groep 5: Spitsen en oertypen
Bijvoorbeeld: Siberische Husky, Akita, Keeshond, Podenco Ibicenco, Shiba
De Spitsen zijn van nature jachthonden en herdershonden die voornamelijk afkomstig zijn uit Scandinavië en het poolgebied. Daar worden ze tegenwoordig nog steeds ingezet voor de jacht op gevogelte, maar ook elanden, lynxen en beren. Vooral de jacht op groot wild vraagt om een hond met veel jachtinstinct, moed en doorzettingsvermogen.
Dit vertaalt zich naar een zelfstandige hond met een sterke eigen wil en niet bijzonder veel aandacht voor z’n eigenaar. Veel van deze rassen komen in Nederland niet in grote aantallen voor, waardoor de exemplaren die er zijn rechtstreeks afstammen van de fokbasis in het land van herkomst. Dit is vaak merkbaar aan het temperament van de honden: ze zijn zelfstandig en kunnen flinke afstanden nemen van de baas, ruimte die er in ons Nederlandse landschap vaak niet is. Hierdoor moet de eigenaar er rekening mee houden dat de hond niet los kan lopen.
Ook met andere huisdieren moet er rekening worden gehouden met het jachtinstinct van de hond. Spitsen zijn, net als veel andere honden, grotendeels zelfstandige jagers. Dit maakt dat ze in de opvoeding ook eigengereid en onafhankelijk zijn en geen slaafse gehoorzaamheid vertonen. Ze zijn geschikt voor mensen die enerzijds een hond consequent en geduldig kunnen opvoeden, maar zich ook verdiepen in de mogelijkheden van het ras en de oorspronkelijke aard respecteren. Hoewel loslopen vaak niet tot de mogelijkheden behoort, is de energiebehoefte wel groot en maken deze honden graag veel kilometers op dagelijkse basis. Ze zijn beter geschikt voor lange wandelingen (aangelijnd) of hardlopen naast de fiets of step.
Spitsen zijn binnenshuis vaak aanhankelijk naar het eigen gezin, aan vreemden wordt niet veel aandacht besteed. Ook voor andere honden is er niet altijd veel interesse, al waarderen ze wel om onderdeel te zijn van een eigen roedel. Vanwege hun zelfstandige aard zijn ze voor de hondensport vaak minder geschikt, gehoorzaamheid is niet het sterkste punt van deze rassen en er is meestal weinig will-to-please. Sporten op basis van uithoudingsvermogen zoals canicross, hardlopen en steppen hebben wel raakvlakken met hun oorspronkelijke taken en karakter.
Daarnaast bevinden zich onder de Spitsen ook een aantal Herdershondenrassen, zoals de IJslandse Hond en Noorse Buhund. Deze zijn van oudsher gewend om dichter bij de baas te werken en meer samenwerking aan te gaan om hun taak te voltooien. Het jachtinstinct zal in deze rassen minder zijn dan in de van origine jagers onder de spitsen. Ook is er in deze rassen meer aanhankelijkheid merkbaar. Toch blijft een Spits vaak een eigenwijs randje behouden aan z’n karakter en zal hij bij tijd en wijle z’n eigen plan trekken. Hoewel het geen verdedigingshonden zijn zullen de meeste spitsen wel aanslaan bij onraad en enige waakzaamheid laten zien in en om het huis.
De oertypen zijn rassen die al duizenden jaren oud zijn en nog veel van hun oorspronkelijke temperament hebben behouden. Hieronder vallen bijvoorbeeld de halfwindhonden en de naakthonden uit Zuid-Amerika. Oertypes staan relatief dicht bij de wolf en wilde hond en zijn daarom niet de rassen die het meest zijn aangepast aan de wensen van de mens. Veel van deze rassen waren van oudsher zelfstandige jagers die flink de ruimte namen. Eigenaren moeten dus nog steeds rekening houden met een flinke dosis jachtinstinct. Loslopen is daarom meestal niet mogelijk. Onder deze groep zitten jachthonden die gebruik maken van alle zintuigen bij de jacht: reuk, zicht en gehoor. Dit maakt ze fanatieke jagers. De prooidrift kan worden aangewakkerd door andere huisdieren, iets waar de eigenaar rekening mee moet houden. Ook deze honden genieten van een lange wandeling. Voor hondensporten zijn ze minder geschikt vanwege hun zelfstandige karakter en daardoor een minimale will-to-please.
Groep 6: Lopende honden en zweethonden
Bijvoorbeeld: Beagle, Basset Hound, Bloedhond, Rhodesian Ridgeback Honden uit deze rasgroep zijn jachthonden bij uitstek. Ze zijn gefokt om zelfstandig te jagen of in een meute. De lopende honden volgen het spoor van een wild dier met hun reukvermogen en gebruiken hun stem (geven luid) om de jager continu te laten weten waar zij, en dus het wild, zich bevinden. Sommige van deze rassen werden gebruikt voor de jacht in meutes, groepen van soms wel 40 of meer honden die werden ingezet voor de jacht op vossen of ander wild. Dit maakt de meeste honden uit deze rasgroep van nature erg sociaal: deze eigenschap was van groot belang voor meutehonden.
Ze kunnen het goed vinden met andere honden en genieten van contact met andere honden. Ook naar het eigen gezin zijn ze erg aanhankelijk en ze hebben veel behoefte aan aandacht. Daarom kan het leren alleen zijn een moeilijke opgave zijn voor deze honden. Honden uit deze rasgroep hebben vaak een doordringende, luide blaf, iets dat vroeger werd gebruikt als de hond wild op het spoor was. Dit stemgeluid zullen ze in het dagelijks leven nog steeds laten horen.
Deze honden jagen vaak uitsluitend op reukvermogen. Hun zelfstandige manier van jagen zorgt ervoor dat ze gemakkelijk sporen oppikken en willen uitlopen, waarbij er geen aandacht meer is voor de baas. Daarom moeten deze honden al van jongs af aan goed onder appél staan. Ondanks dat kunnen sommige van deze honden nooit veilig loslopen zonder het risico dat ze de benen nemen als ze wild hebben geroken. De jacht waarvoor ze gefokt zijn vroeg om een groot uithoudingsvermogen, de honden liepen vele kilometers per dag op een vast tempo. Hoewel ze niet altijd het nut van snelle balspellen en hondensporten zien hebben deze honden wel een grote behoefte aan dagelijkse beweging. Ze maken graag lange wandelingen waarbij ze de kans krijgen hun neus te gebruiken (op een veilige manier, dus vaak aangelijnd). Ook hondensporten zoals speuren en zweetwerk zijn zeer geschikt voor honden uit deze rasgroep.
Groep 7: Voorstaande honden
Bijvoorbeeld: Drentse Patrijshond, Duitse Staande, Ierse Setter, Stabijhoun (Friese Stabij), Vizsla
Voorstaande honden worden gebruikt bij het werk voor het schot: ze helpen de jager het wild op te sporen door een gebied systematisch uit te kammen. Als ze wild hebben gevonden gaan ze dit “voorstaan” om het vast te zetten, dat wil zeggen het wild te fixeren zodat het niet wegloopt.
Dit werk zorgt ervoor dat voorstaande honden veel initiatief tonen en daarom als zelfstandig bestempeld kunnen worden. Hoewel hun werk ook een samenwerking met de jager vereist en ze daarom wel over een zekere baasgerichtheid beschikken, zijn ze vaak ook geneigd hun keuzes te maken in bepaalde situaties. Een consequente eigenaar kan dit in goede banen leiden. Dit betekent niet dat het hardhandig moet gebeuren, deze rassen zijn vaak gevoelig voor de houding van de eigenaar. Hun geschiedenis als jachthond maakt dat deze honden tijdens wandeling vaak veel ruimte nemen en op eigen initiatief op zoek gaan naar wild. De baasgerichtheid geeft de mogelijkheid om de hond goed onder appél te zetten, maar dit kost tijd en inspanning van de eigenaar.
Naar mensen en andere honden zijn ze meestal neutraal tot vriendelijk. Met andere huisdieren kan het jachtinstinct de kop opsteken. Ook dit type jachthonden heeft een groot uithoudingsvermogen en ze hebben veel beweging nodig, waarbij ze indien mogelijk kunnen loslopen. Daarnaast is er ook een sterke behoefte aan mentale stimulans in de vorm van training en hersenspellen. Veel voorstaande honden worden tegenwoordig nog steeds gebruikt voor dit werk in Nederland waardoor deze karaktereigenschappen nog sterk aanwezig zijn in de honden.
Groep 8: Retrievers en waterhonden
Bijvoorbeeld: Labrador Retriever, Golden Retriever, Engelse Cocker Spaniel, Kooikerhondje.
Deze jachthonden zijn veelal gefokt voor het werk na het schot. Vooral de Retrievers moesten van oudsher beschikken over geduld en een goed ontwikkelde baasgerichtheid. Ze werken dichterbij de jager dan de andere jachthondensoorten en werken meer op commando. Voor vrijwel alle honden uit deze rasgroep geldt dat ze graag zwemmen. Slecht weer of modderige plassen weerhoudt deze honden dan ook niet om een duik te nemen; wees voorbereid op een hond die veelal nat en modderig terug komt van een wandeling! Ze zijn vaak vrij gemakkelijk op te voeden vanwege de hoge mate van baasgerichtheid en will-to-please. Wel zijn ze in hun jonge jaren vaak erg energiek, brutaal en aanwezig.
Retrievers en waterhonden zijn doorgaans sociaal en genieten van aandacht van hun eigen gezin, maar ook van vreemden. Als waakhond zijn ze daarom misschien niet de beste keuze. Het zelfstandig jagen is in deze rassen vaak minder aanwezig dan bij veel andere jachthonden. De omgang met andere huisdieren verloopt daarom vaak gemakkelijk, maar dit moet wel voorzichtig aangeleerd worden.
Vanwege de grote will-to-please zijn deze honden populair in verschillende hondensporten. Ze werken graag voor de baas en zijn veelzijdig in hun mogelijkheden. Retrievers zijn veel gezien op jachtproeven, maar doen het ook goed in de gehoorzaamheidssport, agility, speuren of canicross. Bovenal zijn deze rassen tegenwoordig geliefde huishonden. Ze passen zich vaak gemakkelijk aan, aan het soms drukke gezinsleven. Toch hebben ze, vooral in hun jonge jaren, een grote energiebehoefte. Ze maken graag lange wandelingen, spelen met de baas en zijn vaak wel te motiveren voor verschillende trainingen.
Groep 9: Gezelschapshonden
Bijvoorbeeld: Chihuahua, Cavalier King Charles Spaniel, Poedel, Shih-Tzu
Gezelschapshonden kennen vaak een lange geschiedenis als huishond van de rijke inwoners van een land. Terwijl andere rassen als gebruikshond werden ingezet, was er vaak ook ruimte voor luxe waar ook honden bij hoorden. De voornaamste taak van deze honden was het gezelschap houden van het gezin. Toch hebben sommige van deze rassen voorouders die werden gebruikt als ongedierteverdelger of jachthond waardoor een bepaalde mate van jachtinstinct overgebleven kan zijn.
Verder zijn deze rassen ook tegenwoordig geliefd als fijne metgezel. Ze passen zich gemakkelijk aan het gezinsleven aan en zijn sociaal naar gezinsleden. Niet alle gezelschapshonden zijn ook uitgesproken sociaal naar vreemden. Een ander belangrijk aspect voor deze rasgroep is de vachtverzorging: veel rassen hebben een vacht ontwikkeld die tegenwoordig regelmatige verzorging vereist om het in goede conditie te houden. De zogenaamde doorgroeivachten van sommige gezelschapshonden zullen klitten en uiteindelijk vervilten als de eigenaar niet regelmatig borstelt, plukt en wast.
De energiebehoefte van gezelschapshonden is vaak gemakkelijk aan te passen aan de mogelijkheden van de eigenaar. Voor hondensporten zijn gezelschapshonden vaak wel te porren, al beschikken ze niet over een grote mate van werklust. Toch houden ze van dingen ondernemen met de eigenaren en zijn vaak het liefst samen met het gezin. Naar andere honden toe verloopt het contact meestal goed, al kunnen sommige rassen mede vanwege hun kleine formaat fel zijn tegen andere honden.
Groep 10: Windhonden
Bijvoorbeeld: Afghaanse Windhond, Ierse Wolfshond, Greyhound, Whippet
Windhonden zijn voornamelijk zichtjagers, ze staan bekend om de indrukwekkende snelheid waarmee ze een prooi gemakkelijk bijbenen en te pakken krijgen. Ze jagen vooral zelfstandig en over grote afstanden. Dit maakt het loslopen van veel windhondenrassen een vrijwel onmogelijke taak in het kleine Nederland.
De honden beschikken wel over een groot uithoudingsvermogen en energiebehoefte. Een oplossing daarvoor is een goed omheind gebied waar de hond z’n energie kwijt kan. Ook wordt de oorspronkelijke taak van windhonden nagebootst in de hondensport lurecoursing, waar honden samen of individueel op een baan achter een “lure” aanrennen. Die lure wordt mechanisch van de start naar de finish bewogen op hoge snelheid waarna de hond erachteraan sprint om de lure te pakken te krijgen.
Een windhond die voldoende beweging krijgt is binnenshuis vaak opvallend rustig. Ze passen zich gemakkelijk aan, zolang ze maar onderdeel zijn van het gezin. Wel staan ze ook bekend om hun eigenwijze, soms zelfs arrogante houding. De will-to-please is in deze rassen minimaal waardoor een slaafse gehoorzaamheid niet mogelijk is. Dit maakt ze ook ongeschikt voor hondensporten waarbij samenwerking met de eigenaar vereist. De windhond is moeilijk te motiveren voor iets waar hij zelf het nut niet van in ziet en zal al snel z’n eigen plan trekken.
Met andere huisdieren kunnen problemen ontstaan vanwege het jachtinstinct van de windhonden. Ze hebben vaak weinig belangstelling voor andere honden en onbekende personen. Aan de eigenaar hechten ze wel sterk, mits die hun karakter weet te waarderen en respecteren. De zelfstandigheid van deze rassen gecombineerd met een gevoelig karakter maakt de opvoeding van een windhond niet gemakkelijk. Gehoorzaamheid afdwingen werkt vaak averechts, in plaats daarvan moet de eigenaar een goede band weten op te bouwen met de hond die is gebaseerd op wederzijds vertrouwen en respect.
NB: Bovenstaande informatie is slechts een gemiddelde per rasgroep. De specifieke informatie kan dus anders zijn voor individuele rassen en dan weer voor de individuele honden per ras. De informatie is dus slechts een leidraad. Voor rasinformatie is men aan het juiste adres bij de betreffende rasvereniging.