Hoe fokken verandert in je ergste nachtmerrie
Stel, je bent een fokker van een groot ras. Je wilt graag dat er voldoende diversiteit blijft en je kunt niet eindeloos honden blijven aanhouden, en dus probeer je mensen zover te krijgen dat ze eens een nest fokken met hun hond. En als ze volkomen onervaren zijn, kun je ook gewoon aanbieden dat het nest bij jou wordt geboren. Klinkt goed, toch? Dat is wat Nancy Peters van Boerboelkennel Swarte Tulp deed.
Boerboels zijn grote honden en niet iedereen zit te wachten op al het werk en de tijd die een nest fokken vraagt. Zo’n nest neemt bovendien behoorlijk wat ruimte in. Maar genetische variatie is wel van belang om een ras gezond te houden. En omdat ze het ooit eens eenmaal gedaan had op deze manier en dat goed was bevallen, bood ze het nog een keer aan. Het teefje woont bij vrienden en komt regelmatig bij Nancy en haar roedel op bezoek, ze kan ook prima met die honden overweg. Dat was de reden dat ze pas laat in de dracht begon aan haar logeerpartij. Maar die dag wandelde ze gewoon naar binnen en maakte het zich gezellig met de andere honden. Er leek niets aan de hand, tot de volgende ochtend opeens al de onrust toesloeg. Nancy: “We hadden er nog niet op gerekend, maar de bevalling zette in. De pups werden op zaterdag geboren, een prima nest, tien pups. De teef deed het ook heel goed.”
Er leek niets aan de hand. De pups groeiden voorspoedig. Tot het opeens fout ging op dag 3. Drie van de kleintjes werden kortademig. De dierenarts werd gehaald en die constateerde longontsteking. Een streptokokkeninfectie, was de diagnose. Zoiets is voor zulke kleine kwetsbare diertjes vaak fataal, en helaas, Nancy verloor de drie pupjes. Gelukkig leek de rust daarna weer te keren.
Tot de pups tien dagen waren. Opeens hoorde Nancy de moederhond grommen en voor ze kon reageren haalde het dier uit naar één van haar pups. Midden in de nacht toog ze naar de dierenarts, die een hersenkneuzing vermoedde. Inderdaad overleed de pup nog geen dag later. De reden van de aanval was volkomen onduidelijk, maar Nancy besloot het nest nog beter in de gaten te houden. Moeder en kinderen staan in de woonkamer dus er was de hele dag toezicht. Helaas, een dag later gromde de teef weer. Deze keer was Nancy er sneller bij maar toch kon ze de uitval niet volledig voorkomen. De pup was gewond, maar het leek mee te vallen. Er was op een kleine wond na niets te vinden, maar de dierenarts maakte zich wel behoorlijk zorgen over wat er gebeurd was. De pups leken allemaal gezond te zijn en de oorzaak moest dus toch gezocht worden bij de moederhond.
Er werd getest op eclampsie maar dat bleek niet aan de orde. Het advies was dan ook om de teef dan maar weg te halen bij de pups. Dat zou weliswaar betekenen dat Nancy dag en nacht bezig zou zijn met de pups te voeden en te verzorgen, maar dat was beter dan ze laten doden door de moeder. En dat is dus wat Nancy deed. Omdat de teef een eigen baas had, werd ze daarheen teruggebracht. Ze zou anders de hele dag haar pups kunnen zien en er niet heen mogen, niet erg diervriendelijk. Nancy probeerde inmiddels de pups met de fles groot te brengen. De gewonde pup overleed helaas toch en in de dagen erna overleden er nog enkele pups. Telkens was het verloop gelijk: opeens kortademig, niet willen drinken en binnen een dag overlijden. Medicatie mocht niet baten.
Er is inmiddels autopsie gaande, maar de uitslagen zijn nog niet binnen. Nancy heeft nog twee pups over. Ze vertelt: “Mijn grootste angst is dat de teef gelijk had. Dat ze de pups wilde doden omdat er iets vreselijk mis is. Het is een nachtmerrie, en bovendien onbegrijpelijk dat dit het hele nest lijkt te treffen. Bovendien is er ook nog de angst dat dit misschien wel een erfelijk iets is. Maar ja, wát dan? We staan voor een raadsel en hopen dat de autopsie uitkomst brengt.” Met de moeder gaat het gelukkig goed. De twee overgebleven pups lijken voorlopig gezond maar Nancy let als een havik op hun ademhaling. Ze staat doodsangsten uit dat die zal versnellen en ze deze laatste pups ook zal verliezen. En ze is ook bang voor wat de autopsie zal zeggen. “Ik durf er nauwelijks aan te denken. Dit is echt een nachtmerrie.”