• Fokproblemen, de waterpup

Fokproblemen, de waterpup

Leestijd
3 minuten
Tot nu toe gelezen

Fokproblemen, de waterpup

zo, 11/05/2017 - 11:45

Fokkers maken het af en toe mee: de teef is aan het bevallen en opeens stagneert de zaak. Wat er ook geprobeerd wordt, er komen geen pups meer. Als er wordt besloten tot een keizersnee omdat er een obstakel lijkt te zijn, blijkt het te gaan om een zogenaamde “waterpup”. Maar wat is dat eigenlijk? 

Een waterpup wordt ook wel walruspup genoemd. Het gaat hier om een pup die geheel uit water lijkt te bestaan. Dat is echter schijn, het is een in aanleg volkomen normale pup die zich gevuld heeft met vocht, en wel dusdanig dat het formaat enorm is toegenomen. Soms is er sprake van verdubbelen of wel verdriedubbeling van het oorspronkelijke gewicht. Met dergelijke afmetingen is het begrijpelijk dat er problemen ontstaan tijdens de partus, de pups kunnen domweg niet meer door het geboortekanaal naar buiten. Maar wat is de oorzaak en belangrijker: is dat erfelijk? 


Om op die laatste vraag antwoord te krijgen moet de oorzaak duidelijk zijn. Maar helaas is dat niet zo. Als we kijken naar de humane variant van dit probleem – ja, bij mensen komt dit ook voor – zien we dat het daar bekend staat als hydrops foetalis. Bij mensen kan de oorzaak een afwijkende bloedgroep (rhesusfactor) zijn; bij honden is dat zo goed als zeker niet de oorzaak.  

Een andere oorzaak kan een zogenaamde laesie van lymfevaten zijn en in dat geval spreken we van chylothorax, een opeenhoping van chylvocht dus in de borstholte. Wanneer de hoeveelheid te groot wordt zal deze zich door de rest van het lichaam verspreiden doordat de bloedvaten de grote hoeveelheid vocht niet meer aankunnen.  

Bij mensen worden dergelijke problemen tegenwoordig vaan tijdens de zwangerschap ontdekt doordat er zo regelmatig echo’s worden gedaan. Maar bij honden is dat anders. Daar doen we hooguit halverwege de dracht een echo om die dracht te bevestigen en zo kan het gebeuren dat we geen idee hebben dat dit probleem zich gaat voordoen. Soms maken mensen een röntgenfoto maar daarop is niets te zien, want het gaat immers om vocht? De pup is verder normaal ontwikkeld, dus aan het skelet is niets te zien. 

Bij mensen is de technologie ver: bij een ongeboren vrucht kan een drain geplaatst worden om het teveel aan vocht af te voeren. Uiteraard vraagt een en ander grondige begeleiding maar vaak houdt het kind er weinig of niets aan over. 
Bij honden is een dergelijke hoogstandje niet van toepassing. Er wordt feitelijk zelden tot nooit gezocht naar de oorzaak van dit probleem en dat is dan ook niet duidelijk. 

Internationaal is men het er wel over eens dat er heel wat mogelijke oorzaken kunnen zijn; er is dus het bloedgroepprobleem, maar er worden toch heel wat onderscheiden gemaakt. Bij honden wordt aangenomen dat de belangrijkste oorzaak prenatale primaire hydrothorax is. In principe kan dit worden gezien als chylothorax. De oorzaak is lymfatische “lekkage” als gevolg van een misvorming, of van bijvoorbeeld een fistel in de pulmonale lymfevaten. En dit lijkt een zeer logische aanname.  
Ook trauma (botsen, stoten) zou een oorzaak kunnen zijn. 

Als we kijken naar de praktijk zien we dat het in sommige rassen meer voor lijkt te komen. Maar wanneer we uitgaan van een aangeboren en niet-erfelijk probleem als veroorzaker hiervan, is het opvallend dat er wel een zekere familiaire aanleg lijkt te zijn. Het lijkt aannemelijk dat er sprake is van een aanleg voor “foutjes” in de aanleg van het lymfatisch systeem die dit zouden kunnen veroorzaken. Een andere theorie is dat kleinere rassen gevoeliger zijn omdat de vruchten daar meer aan de oppervlakte liggen en daardoor gevoeliger zouden kunnen zijn. 

Is een dergelijke pup levensvatbaar? Het antwoord is simpel: nee. De organen zijn door de grote hoeveelheden vocht ineengedrukt en hebben zich daardoor niet volledig kunnen ontwikkelen. We gaan er vanuit dat de lekkage van de vaten ontstaan rond de 5e-6e week van de dracht. Dan zijn de organen reeds ontwikkeld maar nog niet volledig uitgevouwen of werkzaam. Het vullen van het lichaam met vocht bemoeilijkt de werking van de organen en maakt deze al snel niet mogelijk. Een enkele keer leeft een dergelijke pup na de geboorte, die vrijwel altijd via keizersnee plaatsvindt. In die gevallen zal elke dierenarts het dier snel laten inslapen. 
Maar meestal leeft een dergelijke pup niet. 

Hoe gaan we ermee om in de fokkerij?  Het is zoals gezegd aannemelijk dat het probleem zelf niet erfelijk is, maar de aanleg om lekkages in het lymfesysteem te krijgen zou goed wel een erfelijke aanleg kunnen zijn. Het feit dat bijvoorbeeld Engelse Bulldog, sommige spaniels en sommige toy-rassen extra gevoelig lijken te zijn is aanleiding voor die aanname. Maar dit maakt het tevens lastig wat de fokkerij betreft, want hoe weet je zoiets als fokker? Is het zinnig een teef of zelfs een complete lijn uit de fokkerij te weren uit angst voor een dergelijke pup? 

Dat lijkt geen verstandige aanpak. De aanleg is te onduidelijk om zo rigoureus te werk te gaan. Wat wel verstandig is, is dergelijke gevallen goed te documenteren, zodat de lijnen van de ouders niet nogmaals gecombineerd worden. Dat zou de risico’s op herhaling in de individuele gevallen moeten verkleinen. 
Fokkers moeten verder goed op hun teef letten indien zij rassen hebben waar dit fenomeen zich vaker voordoet. Een stagnerende bevalling terwijl de teef wel vlot doorperst kan een signaal zijn dat er een dergelijk probleem is. Zoals gezegd is een röntgenfoto in die gevallen geen uitkomst omdat hierop dit probleem niet zichtbaar wordt. Indien mogelijk is een echoscopie dan ook als eerste aan te bevelen.