Liever honden dan mensen
Recent onderzoek toonde aan dat de Franse bevolking de voorkeur geeft aan hun huisdier: 51% zei liever de kat of hond om zich heen te hebben dan zijn vrienden.
Het onderzoek werd uitgevoerd op verzoek van Assuropoil, een verzekering voor huisdieren.
Er waren meer opmerkelijke feiten: bijna 30% van de huisdiereigenaren met thuiswonende kinderen was blijer met de thuiskomst van hun huisdier ’s avonds dan wanneer een van hun kinderen zich meldde.
Veel mensen vinden hun leven een trieste zaak zonder huisdieren. Ze zien hun maatje als vertrouweling: de overgrote meerderheid vertrouwt het huisdier allerlei geheimen toe. Maar liefst 97% heeft het met zijn huisdier over het weer, de dagelijkse zorgen en bezigheden en zelfs de intieme details van het liefdesleven. Dat laatste geldt dan vooral voor mensen jonger dan 35 jaar. Het grootste voordeel vindt men toch wel dat een huisdier nooit boos wordt.
Dat verklaart misschien meteen waarom het dier de voorkeur geniet boven vrienden. Tegen de familie wint de hond of kat het dan weer niet: 64% brengt meer tijd door met de familie tegen 35% die nog steeds de voorkeur geeft aan Fikkie.
Frankrijk telt 63 miljoen huisdieren. En van die enorme hoeveelheid blijkt 43% te worden gezien als een enorme persoonlijke steun. Huisdieren worden tegenwoordig algemeen als een volwaardig gezinslid gezien en 25% van de respondenten -overigens overwegend vrouwen- brengt meer tijd door met het huisdier dan met de echtgenoot. Maar hoewel dus 74% meer tijd met de echtgenoot doorbrengt dan met het huisdier is het antwoord op de vraag “Hoe zou u reageren als uw echtgenoot uw huisdier niet zou accepteren” bij 40% dat dat niet bespreekbaar en onacceptabel zou zijn.
Meer dan 37% blijkt het huisdier eerder te begroeten bij thuiskomst dan de huisgenoten en 15% kust de hond eerder gedag dan de kinderen. Zij vinden de thuiskomst van de dieren ’s avonds belangrijker dan die van hun kinderen en zouden zich ook kunnen vinden in de uitspraak van dierenactiviste Brigitte Bardot die ooit zei dat zij “liever een hondje had gebaard dan een zoon.”