Korea sluit één hondenvleesmarkt in aanloop naar Winterspelen
Met nog een kleine twee maanden te gaan tot de Olympische Winterspelen in Pyeongchang, Zuid Korea, lijkt er eindelijk een heel klein beetje beweging te komen in de manier waarop Korea omgaat met honden. Samen met Vietnam, Cambodja en China vormt Korea het hart van de zogeheten Dog Meat Trade, het slachten en eten van honden.
Volgens ingewijden zouden er jaarlijks in Korea 2,5 miljoen honden in de kookpot belanden. Maar de traditie, die volgens sommigen teruggaat tot het jaar 1300, staat van meerdere kanten onder druk. Enerzijds vanuit de westerse wereld, die liever niet zien dat hun sportfeesten gehouden worden in een land met voedseltradities die tegen onze gevoelens van dierenliefde, vooral hondenliefde ingaan, maar steeds meer ook vanuit de jongere, stedelijke bevolking van Korea zelf, waar een hond wel een huisdier is, en geen lopend stuk vlees.
Een stap in de goede richting is de aangekondigde sluiting van de grootste vleesmarkt van het land, die in Seongnam, waar jaarlijks 80.000 honden in kooien werden gehouden en ter plekke werden geslacht. De Moran markt wordt gezien als het hart van de vleesindustrie voor honden, en de sluiting is een klap voor de handel. Eind vorig jaar werd de sluiting al aangekondigd door de progressieve burgemeester Lee Jae-myung van de stad, de maatregelen lijken nu in te gaan. Handelaren worden door de stad gecompenseerd voor hun verlies in inkomsten. Desondanks bestaat er onder dierenwelzijnsorganisaties de vrees dat de handel nu op andere plekken doorgaat, waar minder regels gelden. Bovendien is hondenvlees in Zuid Korea niet illegaal. Bekend is het jaarlijkse (zomerse) Boknal-festival, waar massaal honden worden gegeten door overwegend oudere plattelanders, om zo om te kunnen gaan met de hitte.
Korea kent (cijfers 2002) een kleine 765.000 hondenfarms, vooral op het platteland, waar honden voor de slacht worden gefokt. De jaarlijkse omzet bedraagt ongeveer 2 miljard dollar. Het totaal stoppen van de hondenhandel lijkt dan ook ver weg, en alleen door het vergrijzen van de bevolking zal het afnemen, nu blijkt dat van de twintigers nog maar 17% ooit hond gegeten heeft, tegen veel hogere aantallen onder de oudere bevolking. Maar zolang hond in Korea als medicinaal voedsel gezien wordt zal het compleet stoppen van de handel nog jaren duren. Bovendien heeft Korea eerder sluitingen gehad van de handel rondom grote internationale evenementen (Zomerspelen in Seoel) waarna de handel zodra de internationale aandacht verdween gewoon weer doorging.
NOC/NSF: Dat is echter vooral een zaak van de mensen en autoriteiten in Korea zelf.
Of onze schaatsers en andere sporters straks met deze handel worden geconfronteerd is de vraag. Het NOC/NSF laat desgevraagd weten aan Dogzine geen actieve houding hierin te nemen. "NOC*NSF realiseert zich zeker dat in Zuid Korea anders met honden en katten wordt omgegaan dan wij in Nederland zouden willen. Dat is echter vooral een zaak van de mensen en autoriteiten in Korea zelf. Als deelnemer aan de Olympische en Paralympische Spelen zijn wij niet in staat om invloed op de dit soort wetgeving van een organiserend land uit te oefenen. Voor het IOC en vele andere organisaties die (sport)zaken doen in en met Zuid Korea, is belangrijk om te benadrukken dat het IOC geen supranationale overheid is of mandaat heeft om maatregelen op te leggen aan soevereine staten.” Aldus de woordvoerder. Wel zullen vertegenwoordigers als ze ernaar gevraagd worden aangeven dat wij in Nederland anders met deze huisdieren om gaan dan dat de praktijk in Korea helaas blijkt te zijn.” Het Belgisch Olympisch Comité reageerde niet op onze vragen.