• Animal rescue is wit imperialisme

Animal rescue is wit imperialisme, zwerfhond of culturele bias?

Leestijd
4 minuten
Tot nu toe gelezen

Animal rescue is wit imperialisme, zwerfhond of culturele bias?

wo, 11/20/2019 - 11:20

Vol met liefde en passie voor straat- en zwerfhonden in een of ander ver land, zet u zich in via Stichting of anderszins om die honden te redden en naar goede en veilige huizen in Nederland of België te brengen. Belangeloos besteedt u uren en dagen van uw tijd aan dit nobele werk. Dat zou u bijna een medaille moeten opleveren, toch?

“Nee”, zegt Katharine Mershon, assistent-professor aan de theologische faculteit van de Universiteit van Chicago. “U bent niet meer dan een imperialist (“iemand die naar wereldmacht streeft”), u probeert uw eigen geprivilegieerde witte gedachtegoed aan de rest van de wereld op te leggen”. Merschon schreef haar betoog over “animal rescue and gender” alweer in 2017. Mershon baseert zich daarbij op de theorieën van Donna Haraway, een Amerikaans feministisch sociologe annex bioloog. Wat is volgens beide academici namelijk het geval. Bij “transnationale” (oftewel grensoverschrijdende, in dit geval letterlijk) dierenreddingsoperaties gaan de dierenredders er al bij voorbaat van uit dat de situatie in het land van herkomst slecht is, en de dieren alleen in het land van de dierenredders zelf een goed leven heeft.  “Similar to the Western feminist efforts to rescue nonwhite, economically disadvantaged people from ‘‘Third World’’ countries, animal rescue work can become an extension of imperialist endeavors to regulate the attitudes and conduct of people living in ‘‘developing’’ countries.”  Iets simpeler gezegd, de dierenredder beschouwt de bevolking van het land van herkomst van de dieren feitelijk als een stel achtergebleven wilden.
Ook de “spay-and-neuter”programma’s, de sterilisatieprojecten, komen uitsluitend voort uit de westerse kijk op honden. Een gecastreerde hond is een “schone” hond, een intacte hond niet.

Het hele idee dat honden “huisdieren”zijn, en in een huis horen te leven (warm bij de kachel en op de bank) is een uitgesproken westers idee. Wereldwijd leeft het merendeel van de honden immers gewoon op straat, al dan niet half verwilderd. Net zo goed als het idee dat een hond één eigenaar heeft, ook dat is een idee wat we uitsluitend in onze westerse, blanke samenleving zien. Bij honden zelf speelt dat eigenaarschap niet, hun relatie met mensen draait slechts om één ding, namelijk eten. Aldus Mershon.

Veel westerse toeristen zijn zich niet bewust van  de leefomstandigheden van dorpshonden in andere culturen, en ze hebben de neiging aan te nemen dat de honden worden verwaarloosd en daarom moeten worden gered zodat ze “beter kunnen leven in reguliere huishoudens”. Daarbij vergeten de dierenredders nogal eens om te kijken naar de mensen in dergelijke culturen, die vaak in net zo uitdagende omstandigheden leven als de honden zelf. Hoezeer wij westerlingen de situatie niet (h)erkennen, aldus Mershon, blijkt uit het verhaal van een groep Zweedse atleten. Enthousiast meldden kranten het verhaal dat de hond de ploeg sporters zou hebben “geadopteerd”. Welnee, zegt Mershon, de sporters lokten de hond mee met voedsel, en gingen er simpelweg van uit dat de hond bij niemand hoorde, een zwerfhond was. Maar in plattelandscommunities in het Amazone-gebied leven ook honden “met eigenaar” vaak volledig op straat.  Een cultureel antropologe omschreef de ‘redding’ dan ook als “Ik haat het om het te zeggen, maar de Zweden dachten er niet aan om te vragen of de hond een eigenaar had. Honden in dit gebied van de jungle zijn  gemeenschapshonden, en kunnen er zeker als zwerfhonden uitzien. . . . We moeten voorzichtiger zijn wanneer we proberen dieren te 'redden' uit de Derde Wereld.’’ Ook hier ziet Mershon weer hoe wij, “witte imperialisten”, onze normen en waarden opleggen aan de rest van de wereld. “a rhetoric of rescue rooted in a sense of cultural and moral superiority.”  De mening van de antropologe kreeg echter een enorme hoeveelheid negatieve reacties via social media. De hond zou immers zelf gekozen hebben voor een beter leven in Zweden. Waarop de vrouw weer reageerde met “the people living in this area, who all provide us with coffee, chocolate and bananas that we drink every day with their back breaking work, are totally ignored. Here we are focusing on how a dog needs to be ‘saved’”. Volgens Mershon was deze Zweedse zaakweer een voorbeeld hoe wij als westerlingen het redden van het ene leven belangrijker vinden dan het redden van het andere leven.

Het redden van dieren heeft ook nog eens een raciale bias, meent Mershon. Wie herinnert zich niet de strafzaak tegen American Football-speler Michael Vick, die 21 maanden celstraf kreeg voor het organiseren van hondengevechten. De (zwarte) Vick werd door de ‘witte’ advocaten weggezet als raciaal stereotype, de zwarte, masculine man met ‘beestachtige’ neigingen. Overigens geeft Mershon wel toe dat diezelfde raciale stereotypering ook geldt voor de honden in kwestie, de pitbulls.

Hoezeer wij -volgens Mershon- denken vanuit onze eigen leef- en belevingswereld komt tot uiting in het verhaal van wetenschapper Harlan Weaver, die zich specialiseert in “Theories of Affect; Race, Gender, Class, and Sexuality in Human/Animal Relationships.” Weaver adopteerde een pitbull vlak voor hij van vrouw tot man werd (transgender). De pitbull, normaal door velen als bedreigend gezien, werd hierdoor volgens Weaver veel minder bedreigend. “Concurrently, my whiteness, queer identity, and middle-class status encourage other humans to read Haley as less threatening; in my presence, she is perceived as less dangerous. Each of us shapes who the other is.”

Samenvattend concludeert Mershon:  “Animal rescue omvat ethische overwegingen over macht, daarin inbegrepen de opvatting van wat een goed leven voor een dier is en wie het recht heeft om dergelijke beslissingen te nemen. Wetenschappers in onderzoeken naar gender, ras en seksualiteit hebben aangetoond dat de onderliggende motivaties voor het ‘redden van dieren’ cultuurspecifiek zijn. Of het nu gaat om mensen of dieren, het ‘redden’ brengt vaak imperialistische veronderstellingen met zich mee ten aanzien van hen die gered zijn. Daarbij worden ze gereduceerd en ingedeeld in rotsvaste categorieën zoals de onderdrukten, de primitievelingen en de slachtoffers. Soortgelijke kritiek is ook van toepassing op internationale reddingsprojecten voor dieren, waarbij zwerfdieren uit Derde Wereldlanden  naar middenklasse-gezinnen in Europa en Amerika worden gebracht.

Tot slot, Mershon ziet ook wel dat we niet zomaar alle reddingswerk moeten afdoen als imperialistisch, want de unieke band tussen mens en (gered) dier is ook van belang. Zolang we ons maar steeds bewust zijn van al die vooroordelen en veronderstellingen welke ons het dier in onze optiek, en niet in de optiek van andere culturen toont.

Iedereen moet voor zichzelf bedenken natuurlijk hoezeer hij of zij het zich aantrekt. Enerzijds, ja, we bekijken dierenwelzijn in andere landen door onze eigen culturele bril. Anderzijds, zou welzijn niet overal gelijk moeten zijn?  

Foto bovenin: Irina Pechkareva

Katharine Mershon

Katharine MershonKatharine Mershon (PhD'18) is assistent-professor religieuze ethiek aan het Whitman College (UoC). Haar onderzoek en onderwijs brengen de studie van de Amerikaanse religie samen met dierstudies, kritische rassentheorie en genderstudies in literaire en visuele media. Voordat ze naar Whitman kwam, was Katharine werkzaam bij het Chicago Center for Teaching, waar ze de programmering van inclusieve onderwijspraktijken ontwierp. Ze gaf ook uitgebreid les in het schrijfprogramma op UChicago en op de Engelse afdeling van het Lake Forest College. Ze geeft dit jaar vijf cursussen op Whitman, variërend van een seminar op het hoogste niveau getiteld 'Sorry-Not-Sorry: The Ethics of Apologies', tot een inleidende cursus 'From CrossFit to the Kardashians: Religion as Popular Culture'. Haar huidig ​​project, Canine Redemption Narratives in the American Imaginary, onderzoekt de manieren waarop Amerikaanse film, literatuur en populaire cultuur mens-dierrelaties omlijsten als plaatsen van religieuze betekenis en ervaring.