Brokjeshond vaker te dik
Traktaties met mate zorgen niet voor obesitas
Naar schatting is de helft van de honden in Nederland en België te dik, varierend van een beetje te dik tot zware obesitas. En net als bij mensen is overgewicht bij honden slecht voor hun gezondheid en levensverwachting.
In de VS is een onderzoek gepubliceerd naar risicofactoren voor overgewicht. Waarmee verhoog je het risico dat je hond te dik wordt. En alhoewel het onderzoek een paar open deuren vindt, zijn de resultaten toch het vermelden waard.
Droogvoer, brokken dus, hadden in het onderzoek over het algemeen een hoger overgewichtspercentage, oftewel honden die brokken eten zijn vaker te dik (hetgeen dus niet wil zeggen dat alle honden die brokken eten te dik zijn). Een van de oorzaken daarvan kan zijn dat eigenaren niet al te precies omgaan met de aanbevolen hoeveelheden en dus “overvoeren”. Het risico op overgewicht voor honden die rauw eten, is het laagst. Krijgt de hond een combinatie van droog en “nat” voer (zelfs blikvoer) neemt de kans op overgewicht af, al is deze nog altijd groter dan bij vers, rauw voer alleen. De onderzoekers denken ook dat de hogere prijs van rauw voeren mogelijk een reden is dat eigenaren er wat zuiniger mee omspringen.
Honden die zogenaamde probiotica in hun eten kregen, een voedingssupplement dus, bleken ook minder risico te lopen op overgewicht. Daarbij hebben de onderzoekers ook gekeken of de honden de probiotica kregen in verband met een aandoening, want dat zou de resultaten beïnvloeden. Het bleek dat gezonde honden die probiotica kregen, ook minder snel te dik werden. Hoe dat precies werkt weten de onderzoekers ook niet, “de mechanismen achter deze relatie zijn onduidelijk, maar naast het moduleren van energieopbrengst en opname van voedingsstoffen door veranderingen in de microbiota, kunnen probiotica werken door de insulinegevoeligheid te verbeteren of de verzadiging te vergroten.”
Ook castratie en leeftijd zijn risicofactoren. Castratie leid overigens wel tot overgewicht, maar een verband tussen echte obesitas en castratie kon in dit onderzoek niet worden aangetoond. Het overgewicht zou voortkomen uit een lagere energiebehoefte bij gecastreerde honden, terwijl porties gelijk blijven. In dit onderzoek kon geen verschil gevonden worden tussen reuen en teven, al dan niet gecastreerd. Eerdere onderzoeken lieten wel zien dat vooral teven sneller overgewicht hadden.
Hoewel in een aantal onderzoeken een hogere leeftijd als risicofactor voor gewichtsproblemen hebben gemeld, vonden de onderzoekers in deze steekproef dat het gewicht piekt rond de leeftijd van 8-10 jaar, waarbij oudere dieren minder snel overgewicht of obesitas hebben dan hun tegenhangers van middelbare leeftijd.
Treatjes geven wordt vaak gezien als risicofactor. Toch lijkt dat mee te vallen. In tegenstelling tot eerdere onderzoeken die zelfs een matige frequentie van het geven van traktaties als een risicofactor identificeren zien de onderzoekers nu dat het gematigd geven van traktaties, (10% of minder van de totale caloriebehoefte van de hond over de dag) niet wordt geassocieerd met overgewicht / obesitas noch obesitas.
Huishoudens met meer dan één hond zijn ook ietwat een risicofactor. Mogelijk omdat het afgemeten voeren van meerdere honden soms lastig is.
Honden die veel eetlust vertonen zijn –lijkt een open deur- ook vaker te dik. Dit komt waarschijnlijk eerder door de eigenaar, die het zielig vindt dat de hond nog “honger” heeft en zich daardoor minder goed aan de aanbevolen (dieet)hoeveelheden houdt. En een opvallende risicofactor, tandartsbezoek van de hond. Als honden vaker aan hun gebit geholpen werden waren ze ook vaker te dik. Hoe dit komt is niet duidelijk.