• Erepodium-ambitie, neem een Lhasa Apso of Bearded Collie

Erepodium-ambitie, neem een Lhasa Apso of Bearded Collie

Leestijd
3 minuten
Tot nu toe gelezen

Erepodium-ambitie, neem een Lhasa Apso of Bearded Collie

ma, 07/25/2016 - 21:09

Wie regelmatig een hondenshow in Nederland bezoekt, kent het gevoel. Elke keer lijken het weer dezelfde rassen die het erepodium bij “Best in Show” bevolken. Het lijkt soms wel of de eindkeurmeester alleen oog heeft voor die paar rassen, en de grote beker opnieuw uitreikt aan ras X of Y. Rondom de erering klinkt dan ook vaak “ach, die zal wel winnen” om vervolgens, als het bewuste ras wint, een “ik zei het je al” te verzuchten. Maar, zo vroeg Dogzine zich af, klopt dat wel? Maak je met bepaalde rassen meer kans dan met andere?

Daarom analyseerden we alle showuitslagen van algemene shows tussen 2012 en de Meijerij-show in 2016, zoals gepubliceerd door de Raad van Beheer op hun site. Alle honden die op plaats 1,2 of 3 eindigden kregen respectievelijk 3,2 of 1 punt. Bij sommige shows worden alleen de nummers 1 en 2 genoemd, nummer 3 werd daar weggelaten. Ook is niet gekeken of het om dezelfde hond ging (alleen ras en rasgroep telt), of het om een bepaalde eigenaar of handler ging etc. Shows voor alleen bepaalde rasgroepen deden niet mee in de telling. Uiteindelijk zijn zo 179 honden meegenomen over een periode van viereneenhalf jaar.

Laten we allereerst eens kijken naar opvallende afwezigen. Wilt u met uw hond op het erepodium eindigen, neem dan in ieder geval geen Nederlands ras. Geen enkel oorspronkelijk Nederlands ras wist de laatste jaren een plek te veroveren bij de eerste drie. Dat kan iets zeggen over de kwaliteit van onze nationale rassen, of over een gebrek aan chauvinisme bij de eindkeurmeesters, wie het weet mag het zeggen.

Dat zeldzame rassen, de Waterspaniel, de Cao de Fila de Sao Miguel of de Drever, niet op het hoogste podium verschijnen is niet heel vreemd, tenslotte zie je die zelden op shows. Wel opvallend is dat de Duitse herder, die toch regelmatig te zien is, geen enkele keer in de lijst voorkomt. De Dobermann, de Berner Sennenhond, de Keeshond in al zijn verschijningsvormen, zowel op straat als op shows vaak te zien, maar nimmer bij de eerste drie.

Wie dan wel? Wilt u echt op dat hoogste podium verschijnen, neem dan een Lhasa Apso. Dit ras wist 19 punten te verzamelen, waarvan drie maal een BIS. Op de voet gevolgd door de alom bekende Bearded Collie, die in totaal 18 punten wist te verzamelen, overigens vooral de laatste twee jaar. Overigens ook met driemaal een BIS. De Petit Basset Griffon Vendeen komt op de derde plek qua punten, 17 in totaal, waarvan ook driemaal een BIS. Gaat u alleen voor die allerhoogste plaats overigens, en niet voor nummer twee of drie, schaf dan een Dwergdashond aan. De kortharige variant, maar liefst viermaal kwam deze kortbenige toe aan de klim naar het hoogste ereschavot. Plaats 2 en 3 zijn minder zijn ding, want in die classificatie komt de kleine teckel op een gedeelde vijfde plaats, samen met de American Cocker Spaniël, 15 punten elk, en moeten ze de American Akita met 16 punten voor laten gaan. De Akita verscheen tweemaal op de hoogste plek.

Voor de compleetheid, en heeft u iets mindere ambities, op plek 7 met 13 punten de Whippet, plek 8 (12 punten) is voor onze zuiderburenhond de Bouvier des Flandres, de Welsh Terriër op negen met 11 punten en de rij wordt op 10 gesloten door de Welsh Corgi.
Bij de rassen die vaker BIS-winnaars opleveren, twee keer, zien we dan nog de Airdale terriër, de Landseer ECT, de Pointer, de Grand Basset, de Poedel Middenslag en, een opvallende, de Shikoku. Deze laatste komt in de uitslagen slechts op een dubbelshow voor, maar wist daar gelijk uitstekend te scoren. Daarna verdwenen baas en hond uit de uitslagen.

Een dergelijke tweeslag zie je overigens vaker, de Samojeed, veelvuldig te zien, deed het goed op een dubbelshow en een enkele show later, maar verder niet meer. De Saluki kwam op een enkele dubbelshow twee keer hoog uit, en verder was het vergetelheid.

Uiteindelijk kwamen er 70 verschillende rassen op het podium terecht, met BIS-honden uit 49 rassen.

Helpt het dan om alvast een hond te nemen uit een bepaalde rasgroep? Tenslotte, in de finale keuring lopen 10 rasgroepen mee, en heeft elke rasgroep dus 10 procent kans op het ereschavot. Dat blijkt per rasgroep toch uiteen te lopen. Wie een hond uit rasgroep 1 heeft, maakt met iets meer dan 15% de meeste kans op een podiumplek, op de voet gevolgd door rasgroep 9, 8 en 2. Helaas voor de rasgroepen 4 en 7, daar is de kans op eeuwige roem slechts een magere 6%. Voor deze laatste groepen is het dan een kleine opsteker dat de kans, als je tot het erepodium doordringt, om ook de BIS te leveren bijna 1:2 is, de helft van de teckels eindigde op 1, net iets minder dan de helft van de staande honden stond uiteindelijk bovenop nummer 1. Iets wat ook opgaat voor de windhonden, de helft van alle geplaatste honden werd de uiteindelijke winnaar. Voor de rasgroepen 1 en 9 wist maar 1:3 honden die plek te behalen. Helemaal jammer voor rasgroep vijf, de spitzen en oertypes. Wie daar bij de laatste drie doordrong moest in 70% van de gevallen een andere hond of honden voor laten gaan. Ook rasgroep zes, de lopende honden, liepen de beker vaak mis.

De komende tijd zal Dogzine vaker in de showstatistieken duiken om te kijken of er iets te zeggen valt over voorkeuren. Voor nu, wie wil winnen heeft in ieder geval een paar goede kammen en een goede stofzuiger nodig, de winnaars van morgen hebben veel haar.