Keizersnede treft vaak kortsnuithond
Dystocia, oftewel de “moeilijke” bevalling, de bevalling waarbij het onmogelijk is om te baren zonder medische assistentie. Vaak resulterend in een keizersnede. Iets wat in toenemende mate lijkt voor te komen bij honden. Een heel recent onderzoek door Dan O'Neill laat zien dat vooral kleine rassen, met korte snuiten, een buitenproportioneel aandeel hebben in moeilijke bevallingen. Dystocia is ook ernstig, 20% van de pups komt te overlijden, en 1% van de moeders overleeft ook niet.
O'Neill onderzocht daarvoor de gegevens van bijna 19.000 honden, uiteraard allen intacte teven, die bij 50 dierenklinieken in de UK binnen werden gebracht. 3,7% van de honden had te maken met Dystocia. Een aantal rassen zelfs bovenmatig, bijna 21% van de Franse buldoggen kon niet natuurlijk bevallen. Maar ook de Boston Terriër (18,8%), de Mopshond (14,5%), Chihuahua (14,2%) gaven vaak aanleiding tot bevallingsproblemen. Bij kruisingen was het aantal gevallen 1,3%.
Dat ras, lichaamsgrootte en leeftijd een rol spelen was al bekend. Eerder was al gevonden dat Chihuahua's, Toy Poedels en Teckels vaker bevallingsproblemen hadden (USA 1985), Zweeds onderzoek vond het vooral bij Schotse Terriërs, opnieuw Chihuahua's en Pomeranians, Dwergkeeshonden dus (2006, Bergstrom).
In het Engelse onderzoek kwamen 701 Dystocia-gevallen voor. Van 668 honden is het ras vastgesteld. 628 daarvan waren "purebreds", en daarvan weer 561 geregistreerd als stamboomhond bij de Kennel club. Dystocia kwam vooral voor in wat wij rasgroep 9 noemen, de Engelse Toy Group, met 172 zware geboortes. Bij de honden zonder dystocia (18057) waren 13795 rashonden, 12.164 waren ook voorzien van een stamboom.
Rashonden (allen) hadden 3,4% meer kans op een onnatuurlijke bevalling (hierbij zitten natuurlijk de risicorassen) in vergelijking met de "baseline" van de kruisingen. Wel geven de onderzoekers toe dat rashonden vaak "duurder" zijn geweest, en eigenaren dus sneller medisch zullen ingrijpen. Raspups zijn tenslotte ook meer waard voor de fokker. Maar -menen de onderzoekers- dure designer-dogs vallen in dit onderzoek onder de kruisingen, dus het financiële verhaal wordt ook weer ten dele tegengesproken. En, alle andere factoren eliminerend, geen van de 10 meest voorkomende rashonden (dus ook de Labrador en Staffordshire Bull Terriër) kwam qua bevalling beter uit het onderzoek dan de kruisingen.
Opvallend is dat bij de vier slechtste honden, er drie specifieke kortsnuiten zijn.
Opvallend is dat bij de vier slechtst scorende honden er drie specifieke kortsnuiten zijn. De Chihuahua valt daar niet onder. Ook de enorm toegenomen populariteit van met name de Franse Bulldog en Mopshonden kan verklaren waarom juist zei zo vaak met problemen bij de dierenarts komen. Er is een enorme vraag naar deze pups. Ze gaan voor recordprijzen weg, dus fokkers doen er alles aan om doodgeboren pups te voorkomen. En ja, de kosten van de dierenarts -zo stellen de onderzoekers- zit gewoon bij de prijs van de pup inbegrepen. Dus bij het minste teken van problemen is de rit naar de dierenkliniek snel gemaakt. Wel voegen de onderzoekers daar nog aan toe dat al deze honden kwamen voor spoedeisende eerste hulp, de geplande keizersneden zaten hier niet bij. Neem je die ook mee, komen de vier genoemde rassen er hoogstwaarschijnlijk nog slechter af.
Wat kunnen dierenartsen nu aan deze trend doen. Eigenaren laten zich blijkbaar niks gelegen liggen aan dit soort alarmerende cijfers. Melding maken van een keizersnede? Dat kan al sinds 2012, maar de vrijwillige melding wordt overduidelijk niet gedaan, in het eerste halfjaar werden er "slechts" 2,7% aan moeilijke bevallingen gemeld. Is de melding dan onbekend bij de dierenarts in Engeland, of doen ze het moedwillig niet? Het is, aldus de onderzoekers, de moeite waard om eens over de verplichte melding na te denken.
Naast raskenmerken, zijn er nog andere factoren die dystocia bevorderen? Hele kleine rassen, tot 10 kg, en hele grote rassen, 40kg en meer, bleken het meest met keizersneden geconfronteerd te worden. Bij kleine rassen ook vaak door het feit dat miniatuurrassen vaak maar één pup krijgen, die dan de kans heeft groter uit te groeien en daardoor niet meer door het geboortekanaal te passen. Ook leeftijd speelt een rol, teven boven de drie hebben drie keer meer kans op dystocia in vergelijking met jongere teven.
bron
Canine dystocia in 50 UK first-opinion emergency-care veterinary practices: pre…