Uitspraak in hoger beroep: VFR is bindend voor reu en teef
Sinds het toegestaan is om meerdere rasverenigingen op te richten voor één en hetzelfde ras, grepen heel wat rashondenliefhebbers die mogelijkheid met beide handen aan.
De meningsverschillen ontstonden vrijwel altijd over de regels die binnen een vereniging werden opgesteld over het fokken.
Maar ook dan kan het nog fout gaan, zo blijkt.
Hoewel er tegenwoordig rassen zijn die twee of zelfs drie of vier belangenverenigingen kennen, zijn er ook liefhebbers die vervolgens van al die verenigingen lid worden.
Dat zou geen probleem geven, zou je denken, maar dat blijkt niet het geval.
Elke vereniging die zich heeft aangesloten bij de Raad van Beheer heeft namelijk ook de verplichting een zogenaamd "VFR", een Verenigingsfokreglement, op te stellen. Die regels worden weliswaar gehandhaafd door de vereniging zelf maar ze worden bijgehouden door de Raad van Beheer, die ook een specifiek format verplicht heeft hiervoor.
In dat format vinden fokkers een aantal zaken die bij wet geregeld zijn, en de rasspecifieke dingen worden binnen een vereniging opgesteld en door de leden goedgekeurd. Daarna komen die regels, die dus per ras verschillen, in het VFR.
En omdat tweede of derde verenigingen over het algemeen ontstaan vanwege verschillen van inzicht over de fokregels, verschillen de VFR's ook per vereniging.
Die verschillen hebben al heel vaak tot discussie geleid. Want aan welke van de reglementen moet een fokker zich nou houden als hij lid is van meerdere rasverenigingen? Heel vaak is men lid van meerdere verenigingen om zo op de hoogte te blijven van allerhande zaken, maar conformeert men zich aan de regels van één van beide.
Tot zover niets aan de hand zou je denken. Maar dat blijkt niet te kloppen.
Want stel nu dat je lid ben van twee rasverenigingen. Je hebt een dekreu en die wordt gevraagd voor een dekking door iemand van de tweede vereniging. Daar zijn de regels net wat soepeler en je hond, die nog jong is, voldoet er aan.
Bij de eerste vereniging voldoet hij nog niet, maar de fokker is lid van de tweede en daar voldoet hij wel.
De reu in kwestie is een mooie en gezonde hond, met prima karaktereigenschappen. Hij trekt dan ook de aandacht van een buitenlandse fokker. Het is vleiend als je reu belangstelling heeft van over de grens, maar de afstand is ook een punt van aandacht. Om die reden wordt de mogelijkheid van kunstmatige inseminatie overwogen. In Nederland is dat alleen met moverende redenen toegestaan, en een fokker in een ver land is zo'n reden. Tot zover niets aan de hand.
Maar de vereniging (de eerste) heeft in de regels staan dat er voor een kunstmatige inseminatie een onderbouwd verzoek dient te worden ingediend. Want ook zij zijn zich bewust van de wetgeving.
De eigenaar vindt dat verzoek niet op hem van toepassing aangezien het een fokker uit een ander land betreft, die dus onder zijn eigen regelgeving valt. Hij stemt in met de inseminatie.
De eerste vereniging bespreekt de twee overtredingen en besluit over te gaan tot schorsing van deze reueneigenaar. Daar is deze eigenaar het niet mee eens en hij stapt naar de rechter. En de rechter geeft de eerste vereniging gelijk.
De eigenaar is het volstrekt niet eens met de uitspraak en besluit in hoger beroep te gaan. Zijn stellige overtuiging is dat een dekking bij vereniging twee betekent dat beide ouderdieren moeten voldoen aan de regels van vereniging twee. Maar de rechter is het daar niet mee eens:
"Personen die lid zijn van meerdere [---] rasverenigingen komt geen keuzevrijheid toe om afhankelijk van de vraag via welke rasvereniging een dekking verloopt regels van de ene of de andere vereniging te volgen."
Want, stelt de rechter: "Allereerst is van belang dat art. 1.2 van het fokreglement van [geïntimeerde] bepaalt dat het fokreglement geldt voor alle leden van de vereniging woonachtig in Nederland"
Bovendien wordt er gewezen op de statutaire doelstelling van de vereniging, die spreekt van " a) de instandhouding van en verbetering van het ras [---] , b) de bevordering van de gezondheid en het welzijn van de tot dit ras behorende honden in het algemeen en het voorkomen en bestrijden van erfelijke gebreken binnen dit ras in het bijzonder, c) het bevorderen van een verantwoorde fokkerij "
Dat de eigenaar zich hieraan niet heeft gehouden wordt verwijtbaar geacht, waarbij de rechter nog aanstipte dat: "De regeling over de screening en de ogentest zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek over gezondheidsproblemen binnen het ras".
Hoewel de eigenaar van mening is dat de fokker degene is die een toestemming zou moeten aanvragen voor kunstmatige inseminatie -en het betrof hier een buitenlandse fokker die onder andere regels valt- was de rechter het hier ook niet mee eens: "Voor zover [appellanten] aanvoeren dat bij kunstmatige inseminatie alleen voor de eigenaar van de teef de dekkingsaanvraag verplichting geldt, verwerpt het hof deze stelling".
De eisen van de eigenaar, die zijn schorsing ongedaan wilde zien en ook een vergoeding vroeg voor geleden schade, worden afgewezen. Aangezien vast is komen te staan dat de eigenaar inderdaad regels heeft overtreden, was schorsing gerechtvaardigd. Geleden schade achtte de rechter onvoldoende aangetoond en werd daarmee afgewezen.
Als de in hoger beroep in het ongelijk gestelde partij werd eigenaar bovendien tot het betalen van de proceskosten van het hoger beroep .veroordeeld.
Als de in hoger beroep in het ongelijk gestelde partij zullen [appellanten] in de proceskosten van het hoger beroep worden veroordeeld.
Klik hier voor het volledige vonnis.