Verlatingsangst, helft van alle honden heeft er last van
Verlatingsangst, met een mooi woord “separatie gerelateerde gedragingen” is gedrag dat door honden wordt getoond wanneer ze door hun eigenaars thuis worden gelaten. Meestal bestaat dat gedrag uit blaffen en huilen, dingen kapotmaken en ook poepen en plassen in huis. Vervelend voor de eigenaar, vervelend ook voor buren en andere mensen (en dieren) die in de buurt wonen.
Verlatingsangst komt eigenlijk veel vaker voor dan we denken. Bij een onderzoek in Engeland kwam de Universiteit van Bristol erachter dat ongeveer 13-18% van de eigenaren aangaf dat bun hond problemen had met alleen thuis blijven. Bij die honden werden echt tekenen van angst gerelateerd gedrag gezien. Op zich al flinke aantallen, met 1,5 miljoen honden in Nederland zitten er dus bijna elke dag 150.000 tot 200.000 honden angstig en blaffend thuis. Toen men in Bristol echter verder keek, bleek de situatie nog vervelender: in een proefonderzoek waarbij daadwerkelijk naar het gedrag van de honden werd gekeken als ze alleen gelaten werden, toonde 34% tekenen van verlatingsangst. Iets minder prominent gedrag, maar wel duidelijk onrustig gedrag, kwam zelfs voor bij 47%, bijna de helft, van alle honden.
Verlatingsangst, of in ieder geval separatie gerelateerd gedrag, wordt meestal pas als zodanig gezien als het een probleem wordt. Huilen, blaffen, zaken kapot maken. Maar er zijn meer tekenen die op een dergelijke angst wijzen, alleen, die zien we als eigenaar niet omdat we nu eenmaal van huis weg zijn als de hond die tekenen vertoont. Bijvoorbeeld opvallend actief gedrag, actiever dan “normaal” zodra de eigenaar het huis verlaat. Overal kijkend, luisterend, zoekend of de baas misschien terugkomt. Maar ook honden die wel de hele tijd “rustig” liggen vertonen soms opvallend gedrag, veel alerter op geluiden, reagerend, al is het door de kop op te heffen, op elk onverwacht geluidje. Maar ook vaak de lippen likkend, extreem kwijlen, hijgen en mogelijk ook trillen.
De angstsymptomen treden overigens al heel snel op, uiterlijk binnen dertig minuten, maar het merendeel van de honden wordt binnen enkele minuten al vreselijk ongerust.
Een goede aanwijzing om te weten of je hond last heeft van, al dan niet milde, verlatingsangst kun je zien in de periode vlak voor je van huis gaat. We zijn allemaal gewoontedieren, voor we weggaan gaan we nog even naar het tilet, pakken onze sleutels, doen onze jas aan, desnoods kammen we ons haar, in ieder geval, allemaal gewoontes die je hond heeft leren herkennen dat je weggaat, en hem achterlaat. Zodra honden dit gedrag van je herkennen, beginnen ze al de eerste tekenen van verlatingsangst, ho mild ook te vertonen. Let daar dus goed op.
Ook bij het thuiskomen kun je signalen zien. Een overenthousiaste hond zegt niks, je hond is gewoon blij je te zien. Maar liggen die snoepjes die je vanmorgen gegeven hebt nog steeds op dezelfde plek, dan kan dat een aanwijzing zijn, je hond was gewoon te bezorgd om te eten.
Hoe ontwikkelt verlatingsangst zich nu
Honden zijn sociale wezens, en zijn het liefst niet alleen. Vandaar dat “alleen zijn” iets is dat ook echt aangeleerd moet worden. Dat begint echt al van pup af aan, want pups vinden alleen zijn helemaal verschrikkelijk. Als een pup het niet goed leert, is de kans op (ernstige) verlatingsangst behoorlijk groot.
Maar honden kunnen tijdens het alleen zijn ook enge dingen –in hun ogen- hebben meegemaakt waardoor ze angstig geworden zijn. Enge geluiden bijvoorbeeld. Sommige honden maken ook wel eens uit verveling dingen stuk als ze lang alleen zijn, zonder angstig te zijn. Krijgen ze dan flink op hun kop als de eigenaar thuiskomt, kan dat uiteindelijk ook tot angst, een soort verlatingsangst, leiden.
Ook de algemene dispositie van de hond bleek van belang, Michael Mendl deed onderzoek en vond dat pessimistische honden vaker last hebben van verlatingsangst dan optimistische honden.
Eerder onderzoek van de Universiteit van Bristol heeft ook aangetoond dat stamboomhonden meer last hebben van scheidingsangst, en Labradors en Retrievers zijn helemaal bijzonder vatbaar. Ook leeftijd speelt een rol. Rond tweejarige leeftijd ligt er een piek in de problemen, alhoewel het op elke leeftijd blijft voorkomen.
Wie wil weten of zijn hond daadwerkelijk verlatingsangst, of iets mildere symptomen, heeft, doet er goed aan het gedrag van zijn hond(en) tijdens zijn afwezigheid met een videocamera of bewakingscamera te volgen. Die laatste zijn in staat om real-time (vaak ook nog op afstand te besturen, dus door de hele kamer) het gedrag van je hond te volgen.
Wat te doen aan verlatingsangst
Het beste is om advies te vragen bij een goede gedragstherapeut. Maar vooraf kun je zelf ook al iets doen.
Herhaal onderstaande stappen en beloon je hond als hij ontspannen is met speelgoed, traktaties of lovende woordjes. Zodra je zeker weet dat je hond zich prettig voelt, ga je verder naar de volgende stap. De snelheid hangt af van je hond.
- Moedig je hond aan om naar hun mand of vaste plek te gaan en blijf daar samen met de hond een poosje zitten. Beloon je hond als hij stil te blijft in het bed/op zijn plek.
- Vraag je hond om in zijn mand te blijven terwijl je even kort wegloopt, beloon hem daarna weer als hij rustig blijft. Ga eerst kort weg, dan steeds iets langer en verder weg. Zodra je hond wel angstig reageert, ga je terug..
- Verlaat je huis, maar laat de voordeur eerst eens open en kom snel terug, naarmate je hond het beter doet kun je de deur sluiten, en dan wat langer weggaan. Je moet de lengtes van weg zijn ook variëren.
Wordt in ieder geval bij het thuiskomen niet boos als er iets kapot of vies is, dat verergert alleen maar. En het helpt om ervoor te zorgen dat je hond niet alleen een volle buik heeft, dus lekker gegeten, maar ook flink wat energie is kwijtgeraakt door wandelen of spelen voordat de eigenaar weggaat. Er is ook onderzoek gedaan naar antidepressiva bij verlatingsangst, en de eerste resultaten zijn bemoedigend.