• Hoe kalmerend zijn kalmerende signalen?

Hoe kalmerend zijn kalmerende signalen?

Leestijd
2 minuten
Tot nu toe gelezen

Hoe kalmerend zijn kalmerende signalen?

di, 06/27/2017 - 15:27

Deze publicatie gaf nogal wat commotie want het was feitelijk een kritisch onderzoek naar de kalmerende signalen zoals we die kennen van Turid Rugaas. Het onderzoek was specifiek bedoeld om te onderzoeken of de kalmerende signalen per definitie altijd als kalmerend of voor communicatie zijn bedoeld en of dat ook inderdaad altijd werkt.
Het bestond uit de zorgvuldige bestudering van het gedrag van in totaal 24 honden, waarbij het uiteraard om de interactie van de dieren ging als zij elkaar ontmoetten. Het ging hier om twaalf reuen en twaalf teven, en elke gedraging van elke hond werd zorgvuldig bestudeerd en de kalmerende signalen werden zorgvuldig genoteerd,

Elke hond had vier ontmoetingen van vijf minuten, waarbij hij niet was aangelijnd. Hij werd met vier andere dieren geconfronteerd: een bekende en een onbekende hond van hetzelfde geslacht, en een bekende en een onbekende hond van het andere geslacht. Ook de ontmoetende honden werden uiteraard bestudeerd waarbij met name het vertoon van en de neiging tot agressief gedrag werd geanalyseerd.
 


 

Lees ook: de apology bow of excuusbuiging



In totaal werden 2.130 kalmerende signalen waargenomen.
Sommige dingen werden vaker gezien dan andere. Daaronder vielen met name wegkijken, likken van de (eigen) neus, verstijven en wegdraaien. Aangezien al deze zaken tijdens interactie plaatsvonden kan gesteld worden dat deze signalen een onderdeel zijn van communicatie. Tijdens de ontmoetingen van onbekende honden werden meer signalen waargenomen: wegkijken, de (eigen) neus likken, verstijven/bevriezen, ineen duiken en poot optillen waren handelingen die vaker naar onbekende honden werden getoond dan naar bekende. Het likken van de bek van de andere hond werd alleen gezien bij honden die elkaar kenden.

gaap

Agressief gedrag werd 109 keer gezien en opvallend was dat dit nooit vooraf gegaan werd door een kalmerend signaal van de andere hond. Als er na de agressie een kalmerend signaal volgde van de andere partij, de-escaleerde de agressie in maar liefst 79,4% van de gevallen. Resultaten die duidelijk aangeven dat deze kalmerende signalen daadwerkelijk een rol spelen bij communicatie, maar niettemin is de score geen 100%. Dat wil zeggen dat de signalen dus kunnen betekenen dat er communicatie is.

Ethologe Dr. Karen London schreef hier een essay over getiteld “Should we call these canine behaviors calming signals?”, een essay waar Marc Bekoff op zijn beurt weer een artikel over schreef. Het essay van London is gebaseerd op het hiervoor genoemde onderzoek, en ze waarschuwt voor het klakkeloos navolgen van de voorbeelden van Rugaas zonder je af te vragen of dit iets is dat altijd zo werkt. Want welk gebaar, welke beweging betekent er nu altijd hetzelfde?

Sinds verschijning van Rugaas’ boek is de gedachte dat tongelen, snuffelen, gapen, krabben, wegkijken, spelbuigingen, zitten, liggen en zelfs niezen altijd signalen zijn die bedoeld zijn om de omgeving te kalmeren. London benadrukt dat ze veel van Rugaas’ werk geleerd heeft maar dat het feitelijk wel een grote “nee” is in de gedragsleer om zonder bewijs te stellen of gedragspatronen inderdaad betekenen wat ze lijken te betekenen.

En het benoemen van dingen tot “kalmerende signalen” geeft een duidelijk vooroordeel, omdat mensen dat vervolgens ook per definitie zo accepteren: “Oh, hij gaapt, dus hij kalmeert.” En op die manier zijn dus veel gedragingen geduid zonder dat daar een enkel bewijs voor bestond. En hoewel een aantal verklaringen inderdaad kloppen is dat lang niet in alle gevallen zo.

De ideeën van Rugaas werden niet onderzocht maar direct omarmd, zonder dat men zich afvroeg of de verschillende gedragingen misschien meerdere functies konden hebben. Vaak wordt een verklaring aangehouden zonder dat er verder wordt gekeken naar andere opties.
Dr. London schrijft over het onderzoek dat er helaas geen melding wordt gemaakt van de snelheid waarmee de agressie de-escaleert. Het de-escaleren op zich is normaal, maar helaas wordt niet gemeld in hoeveel gevallen de agressie de-escaleert als er géén kalmerend signaal is gezien.
Als er zoveel kalmerende signalen zijn is het begrijpelijk dat dit wordt gezien als oorzaak voor de de-escalatie. Of dat ook terecht is kan men zich afvragen. Het onderzoek is kortom wel heel nuttig, maar naar London’s mening niet compleet. Ze benadrukte dan ook dat er nog veel onderzoek te doen is over de communicatie en over de verschillen in communicatie en in de diverse individuen.

bron

Psychology toda