Eerste proeven bij honden met degeneratieve zenuwziekte biedt ook hoop voor mensen met ALS
Het is nog vroeg, maar er daagt hoop voor mensen met ALS (amyotrofische laterale sclerose, een aandoening die leidt tot het onvoldoende of niet functioneren van de spieren). ALS is progressief. Dat betekent dat iemand met deze ziekte steeds verder achteruitgaat. De ziekte is vooral bekend doordat de natuurkundige Stephen Hawking er al jaren aan lijdt, maar ook door de "bucket challenge" die vorig jaar een hype veroorzaakte op internet, en duizenden mensen een emmer ijskoud water over zich heen gooiden.
Voorlopig gaat het nog om de vergelijkbare aandoening bij honden, degeneratieve myelopathie. Een aandoening die meestal vanaf het 7e jaar bij honden optreedt en onbehandelbaar is. Het begin is meestal sluipend, en begint met een verlies van coördinatie (ataxie) in de achterste ledematen. De getroffen hond gaat wiebelen tijdens het lopen, of sleept met de voeten. Dit kan eerst optreden in één achterpoot en dan later ook bij de andere. Naarmate de ziekte voortschrijdt,worden alle ledematen zwakker, de hond begint door te zakken en heeft moeite met staan. De spierzwakte wordt steeds erger, totdat de hond niet meer in staat is om te lopen. Het klinisch beloop kan variëren van 6 maanden tot 1 jaar voordat de hond compleet verlamd is. De aandoening wordt het meest gezien in de Duitse herder, de Pembroke Welsh corgi, en de Boxer. Echter, de aandoening lijkt geassocieerd te zijn met een gen mutatie op het gen SOD1 en die mutatie is bij een onderzoek in 2008 gevonden in 43 rassen , met inbegrip van de draadhaar Fox Terrier, de Chesapeake Bay retriever,de Rhodesian ridgeback, Sint Bernhard en de Cardigan Welsh corgi.
Maar onderzoekers aan de Tufts-universiteit , een privaat onderzoeksinstituut nabij Bosten (VS) zien nu de eerste positieve resultaten met een therapie die het gen moet doen "zwijgen", een therapie die tegelijkertijd voor mensen met ALS wordt ontwikkeld.
Versnellen menselijk onderzoek
Volgens Robert H. Brown in een persbericht van de universiteit, is het opmerkelijk dat deze hondenziekte zo precies lijkt op een bepaalde vorm van de bij mensen voorkomende aandoening. De onderzoeker, bekend van zijn onderzoek naar ALS, benaderde de universiteit om honden te gaan behandelen in de hoop daarmee het onderzoek naar de ongeneeslijke ziekte te versnellen.
Het SOD1-gen zorgt er bij gezonde honden voor dat er een antioxidant-eiwit wordt geproduceerd dat de zenuwcellen beschermt tegen een breed scala van beschadigingen en verwondingen, wanneer het gen echter muteert, wordt het giftig voor diezelfde zenuwcellen, en worden de motorische zenuwcellen gedood, op een wijze die vergelijkbaar is met ALS bij mensen. De motorische zenuwcellen of efferente zenuwcellen (informeel ook wel de bewegingszenuwcellen) zijn zenuwcellen die impulsen van het centraal zenuwstelsel naar de spieren geleiden. De impulsen gaan via het axon van de zenuwcel naar de betreffende spier, waardoor deze samentrekt.
Degeneratieve myelopathie veroorzaakt dus een progressieve (vooruitschreidende) verlamming bij oudere honden. "Er is zeer waarschijnlijk sprake van een genetisch defect waardoor bij oudere honden het weefsel van de ruggenmerg en het hersenweefsel aantast. Uiteindelijk overlijden, net als bij mensen, de patienten doordat ook hun ademhalingsorganen uitvallen, alhoewel honden meestal voor die tijd geeuthanaseerd worden, want de kwaliteit van leven is slecht.
Verzwakt virus
In het onderzoek bij Tufts kregen de honden een eenmalige injectie, rechtstreeks in het ruggenmerg, met een synthetisch samengesteld adenovirus. Het adenovirus is een groepsnaam voor tientallen verschillende soorten virussen. In 2015 zijn er ruim 47 verschillende types bekend. Deze virussen zorgen voor verschillende ziekten bij de mens, die vaak lichte symptomen geven.
In dit geval ging het om een virus dat normaal een kleine verkoudheid veroorzaakt. Het virus was zo gemaakt dat het de bloed-hersenbarriere. De hersenen worden ook van binnenuit beschermd tegen mogelijk gevaarlijke stoffen en organismen in het bloed, waarbij de bloed-hersenbarrière een zeer voorname rol speelt. De bloed-hersenbarrière is letterlijk een grens tussen het bloed en de hersenen. Dit adenovirus moest daar doorheen komen, om zo kleine stukjes DNA af te leveren die het gemuteerde SOD1-gen zouden uitschakelen. Deze therapie had al eerder goede resultaten bij muizen opgeleverd, en was ook in apen-onderzoek veilig gebleken.
Vier honden doen op dit moment mee aan het onderzoek bij Tufts, en tot nu toe zijn de resultaten voorspoedig. Of het gen daadwerkelijk wordt uitgeschakeld is nog de vraag, zo ver is het onderzoek nog niet. Maar de onderzoekers hebben goede hoop dat het de honden wellicht een jaar of twee extra te leven hebben. Zodra dit onderzoek succesvol is, zal het ook een boost geven aan onderzoek bij mensen met ALS. Uiteindelijk zal dit soort onderzoek ook bij ziektes als de ziekte van Huntington, Parkinson en Alzheimer ingezet kunnen worden.
bron