• Rastypische karaktertrekken zijn erfelijk
Leestijd
2 minuten
Tot nu toe gelezen

Rastypische karaktertrekken zijn erfelijk

mer, 01/09/2019 - 13:57

De Border Collie is sportief, de Golden Retriever zachtaardig en vriendelijk en de Terrier eigenwijs. We kennen allemaal het karakter dat past in het plaatje van bepaalde hondenrassen. We weten ook dat dit gedrag is ontstaan door selectie. Maar tot voor kort wisten we nog niet hoe veel invloed genen eigenlijk hebben op het gedrag van rashonden.

Rasspecifieke gedragseigenschappen waren al vele malen eerder wetenschappelijk onderzocht, maar zonder het gewenste resultaat.


Dit artikel is een premium-artikel,beschikbaar voor abonnee's van ons blad en website-abonnee's. Het vervolg van dit artikel kunnen abonnees lezen.

Wilt u toegang, kijk dan hier voor de mogelijkheden


 


Dit komt vooral doordat er binnen een ras te veel individuele verschillen zijn. Toch zijn hondenrassen een belangrijk instrument voor de wetenschap om meer te weten te komen over gedrag in mensen en de erfelijkheid daarvan. Dit komt doordat hondenrassen door jarenlange selectie op bepaalde eigenschappen, zowel in uiterlijk als karakter, veel eenduidiger zijn in genotype vergeleken met de mens. Dat maakt ze een overzichtelijke onderzoeksgroep.

Een Amerikaans onderzoek vergeleek het gedrag van in totaal 17.000 honden van 101 verschillende rassen met het genotype van bijna 6.000 honden. Dit werd gedaan met de zogenaamde C-BARQ methode, een enquête waarmee eigenaren vragen beantwoorden over het gedrag van hun honden waarmee een objectief karakterprofiel gemaakt kan worden. De enquête bestaat uit vragen over agressie, angst en jachtinstinct, maar ook aanhankelijkheid.
Deze resultaten werden naast de genetische informatie afkomstig van verschillende hondenrassen gelegd. Hierbij werd niet gekeken naar de individu, maar de nadruk lag op overeenkomsten tussen gedrag en genotype in de verschillende groepen hondenrassen en verwante rassen. Onderzoekers hebben zich gericht op 14 karaktereigenschappen. Er werden 131 plekken in het genotype gevonden die in verband werden gebracht met de vererving van ten minste één van deze karaktereigenschappen.
De aangewezen locaties op het DNA bleek voor zo’n 15% verantwoordelijk voor de karaktereigenschappen die horen bij de verschillende rassen. Het kaderen van deze locaties is een doorbraak in de zoektocht naar erfelijkheid van karaktereigenschappen bij honden. Honden die bepaalde eigenschappen vertoonden hadden vaker dan gemiddeld dezelfde genetische informatie op één van deze locaties op het DNA. Iets dat in voorgaande onderzoeken nog niet zo duidelijk kon worden aangetoond. De mate waarin het DNA overeen kwam geeft een indicatie van de mate waarin een karaktereigenschap erfelijk is. De eigenschappen die het meest erfelijk bleken waren trainbaarheid, agressie richting vreemden, (na)jagen en aanhankelijkheid. De onderzoekers vermoeden dat vrijwel al deze eigenschappen op meer dan slechts een klein aantal genen ligt, ze vererven dus polygenetisch.

Behalve dat dit onderzoek van waarde is voor het fokken en opvoeden van honden, is het ook interessant voor de mens. Zo kon er een overeenkomst gevonden worden in de locatie van de genen bij honden die agressie vertoonden en in de groep genen die agressie geven bij mensen.
De verschillende energieniveaus bij honden konden worden gelinkt aan het DNA van mensen als het gaat om slaapduur, de hartslag in rust en rustmomenten overdag.
Ook angstig gedrag kende een overeenkomst met de mens. Dit kon worden verbonden aan het herstel van een schrikreactie bij mensen.
Tot slot vertoonde trainbaarheid bij honden genetische overeenkomsten met intelligentie en de snelheid waarmee informatie wordt verwerkt in mensen.

De onderzoekers gingen nog iets dieper op het onderwerp in en bekeken het effect van de genen op neurologische en biologische processen. Het bleek inderdaad dat de genen die invloed hebben op gedrag, ook de ontwikkeling en werking van het neurologisch systeem beïnvloeden. Deze genen beïnvloeden onder andere de aanmaak en afgifte van neurotransmitters en de ontwikkelingen van onderdelen van het zenuwstelsel.
Dit heeft invloed op de ontwikkeling van verbindingen in de hersenschors, de kleine hersenen en de voorste delen van de hersenen. Vooral deze laatste zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor het uiten van gedrag en emoties.

Hieruit blijkt dat genen al voor een groot deel vastleggen welk gedrag een hond zal ontwikkelen door het functioneren van de hersenen. De verschillende rassen vertoonden, zoals verwacht, een hogere aanwezigheid van bepaalde genen die waren gelinkt aan het gedrag dat in de rassen gewenst is. Soms wel tot 25 keer hoger dan gemiddeld. Verwante rassen vertoonden dan ook vaak een soortgelijk genotype, hun verbinding was in het genotype op deze karaktereigenschappen terug te lezen.
Dit verklaart waarom raseigen kenmerken soms dusdanig in een hond verankert zijn dat afleren zeer moeizaam kan verlopen of helemaal niet mogelijk is. Het genetisch materiaal heeft de hersenen en het zenuwstelsel geprogrammeerd op basis van dit gedrag en is lastiger te bestrijden dan gedrag dat alleen maar is ontstaan door “nurture” zoals training en ervaringen.