• Hoogrisicohond: In de genen en in de eigenaar
Leestijd
4 minuten
Tot nu toe gelezen

Hoogrisicohond: In de genen en in de eigenaar

dim, 11/13/2016 - 15:49

Vechthonden, of liever gezegd, hoogrisicohonden. We hebben er allemaal wel een menig over, maar eigenlijk weten we met zijn allen nog onvoldoende. Om straks tot een goede aanpak te komen hoe met deze situatie om te gaan, organiseerde de Koninklijke Hondenbescherming een startsymposium voor betrokken groepen. Politie, gedragsdeskundigen, gemeentes etc. In een aantal artikelen gaat Dogzine in op dit symposium. Vandaag deel 1: Het zit in de genen en in de eigenaar

De basis is natuurlijk een gezamenlijke hoeveelheid kennis. Weten waar we het over hebben. Want zelfs rasverenigingen weten niet altijd hoe met zaken om te gaan. Dat stelt Ir. Ineke van Herwijnen, directeur Koninklijke Hondenbescherming, in haar presentatie.

Het begint dan ook met de vraag "komt het door de hond of door de baas". Vooral liefhebbers van de rassen die in het algemeen als hoogrisicohonden gezien worden, willen nogal eens benadrukken dat het aan de opvoeding ligt. Rassen als de Bullterriers, Tosa Inu's, Rottweilers etc.  Maar nee, zegt van Herwaarden, er is wel degelijk een reden om ook naar de hond te kijken, al is ook dat een gevolg van menselijk handelen.

Prooigedrag

En dat zit zo. Instinctief bezitten honden prooigedrag. Elke hond, van de Chihuahua van de buren tot de Dobermann van verderop in de straat. Door opvoeding en leiderschap kunnen we dat in het algemeen redelijk controleren, maar  het instinct blijft.

Grofweg komt prooigedrag op de volgende stadia neer: zoeken - lokaliseren - volgen - fixeren - besluipen - afsnijden van de kudde - opjagen (opdrijven) -  pakken - schudden en bijten (vasthouden). Sommige gaan uit van iets andere indelingen, maar uiteindelijk komt het hier op neer.  Echter, om honden nog betere werkhonden te laten worden heeft de mens bepaalde prooigedragingen in rassen sterk uitvergroot. Neem de Border Collie, in dat ras draait alles om fixeren en drijven, het zoeken is in bloedhonden en bepaalde andere speurhonden doorontwikkeld, etc etc. En ja, bij bepaalde rassen is het bijten en vastpakken (en niet meer loslaten) tot in de finesses ingefokt.  Met als taak beren, stieren, andere predatoren te pakken, en ook om te vechten.  Want ja, de bulterriër is doorgefokt uit de Old English Bulldog, omdat deze laatste in de vechtring een weinig spannend schouwspel liet zien, had de buldog eenmaal vast dan bleef hij vasthouden, de bulterriër liet gewoon een beter gevecht zien.

Oftewel, hoezeer we de hond ook trainen, bepaalde dingen zitten in de genen verankerd.  Zet een Bordercollie tussen wat schapen, en hij zal gaan drijven, een Greyhound rent achter wild aan, een  hond ooit gefokt op vechten, zal dat onder bepaalde voorwaardes doen. In het geval van de "vechthond" komt daar nog bij dat hij genetisch bepaald is op het doorgaan, wat er ook gebeurd.  De zo vaak besproken "kaakklem", als zou er een fysiek iets bestaan waardoor een bijtende hond uit deze categorie niet meer loslaat, dat is onzin. De hond is erfelijk belast met vasthouden, ondanks de klappen, schoppen, stroomstoten en wat voor andere manieren mensen ook maar hanteren om de hond los te krijgen.Stamina en gameness, de officiële termen. Vasthoudendheid en volharding. Honden werden daar in het fokproces op geselecteerd, honden die verloren werden meestal direct afgemaakt.  Tientallen Youtube-filmpjes laten dat -treurig genoeg-  zien.  En door de enorme fysieke kracht van de hond, vaak door individuele eigenaren nog eens extra getraind, zal bij een aanval de andere hond inderdaad vaak het onderspit delven, en dit niet zelden met de dood moeten bekopen.  Het zit in de genen. Zelfs bij honden zonder agressiegedrag kan de knop van het een op het andere moment "omgaan".

Verkeerde eigenaar

Maar dat is niet alles, aldus Van Herwaarden. Want iemand die zijn hond, zijn ras, door en door kent, weet dit, en zal alle maatregelen nemen om de kans op dit soort instinctieve prooigedrag  te verkleinen en voorkomen.  Helaas zien we al te vaak dat juist dit soort honden, honden met  een sterke statussymbool-positie, een grote aantrekkingskracht uitoefent op de verkeerde eigenaar.  Tenslotte, het aanbod van dit soort honden op "de markt" is groot, en de minder verantwoorde houder kan de hond ook bij de minder verantwoorde fokker makkelijk krijgen.  De verantwoorde fokker  zal namelijk wel kijken waar zijn hond terecht komt, of de nieuwe eigenaar voldoende verstand heeft van de hond, van het omgaan met de hond. Firma broodfok, of de bekende "flatfokker", de Nederlandse benaming voor backyard breeder, zal het wordt zijn, zolang hij het geld maar binnen krijgt.  "mogen nu weg", "mogen direct mee", de marktplaatsaanbiedingen vliegen je om de oren. Soms van honden met stamboom, maar al te vaak ook kruisingen met onbekende rassen, en dus nog onbekender eigenschappen. Veel aanbod, dus de prijzen vallen mee, en voor je het weet maak je de blitz met zo 'n mooie pup...

Tussen genen en goed houderschap ligt ook nog de gevoelige periode. De 8-12 weken socialisatie. De periode dat de pup veel leert. Opnieuw, de verantwoorde fokker en nieuwe eigenaar weten prima wat ze doen, maar de flatfokker en de gelegenheidskoper... je houdt je hart vast.  Een verkeerde, hoe goedbedoelde, opvoeding, en  je maakt het voor hond en maatschappij onmogelijk. Wat aangeleerd is in de gevoelige periode is zelden af te leren, en zeker bij die minder kundige eigenaar zal dat sowieso een probleem worden.

Sociale onrust

Maar het is nooit de hond alleen. Want rondom dit soort hoogrisicohonden (en ja, ook je Golden Retriever kan ooit zo 'n classificatie krijgen) heerst ook de sociale problematiek. Het gevoel van onveiligheid. Elk incident met een hoogrisicohond krijgt media-aandacht, social media als Facebook lopen ervan over.  Voor- en tegenstanders, de mensen die roepen om onmiddellijk inslapen en het leed van het dode kleine hondje of aangevallen kind breed uitmeten, de zich aangevallen voelende eigenaar van een hoogrisicohond die maar weer opnieuw vertelt dat hij zo 'n lieve hond heeft.

Wie op Youtube zoekt op filmpjes waarin een aanval plaatsvindt of net heeft plaatsgevonden, ziet die emotie volop. Schreeuwende mensen, een nog angstiger hond, dramatische beelden om te zien, en voor de direct betrokkenen, mens en dier, traumatiserend.  En wees eerlij, wie zelf geen forse molosser of terrier heeft, heeft bij het zien van een paar van dit soort hoogrisicohonden toch regelmatig het gevoel van "laat ik maar even omlopen".

Afvalputje

En dus moet er een oplossing komen, een methode om de maatschappij niet op te zadelen met gevaarlijke honden, honden niet bij voorbaat al af te schrijven als gevaarlijk, en de asiels niet te laten fungeren als afvalputje en opvangcentrum voor hopeloze zaken. Want ook daar is het een probleem. We willen allemaal dat die vreselijk agressieve hond in beslag wordt genomen, maar nee, euthanaseren mag ook niet. En zo kwijnt Devil, Brutus, Satan of hoe de hond ook maar heet weg in zijn kleine hok in het asiel, hopend op een beter leven, of wellicht een goede dood.

De Hondenbescherming blijft pleiten voor minimaal dat houderschap onder voorwaarden. Niet alleen voor die hoogrisicohond, ook voor andere rassen, liefst voor allemaal. Volgens Ineke van Herwaarden is de politiek en nu klaar voor, "of hebben ze soms een ander plan?"