• Zwitsers onderzoek: helft Berner Sennenhonden overlijdt aan kanker
Leestijd
1 minuut
Tot nu toe gelezen

Zwitsers onderzoek: helft Berner Sennenhonden overlijdt aan kanker

mer, 10/26/2016 - 14:51

Kanker is een van de meest voorkomende doodsoorzaken bij honden. Onderzoek uit 2012 laat zien dat ruim 23% van alle honden komt te overlijden door een -kwaadaardige- vorm van kanker, of neoplasie. Echter, niet elke hond heeft een even grote kans op kanker. Een Shitzu komt volgens dat zelfde ongeluk maar in ca. 15% van de gevallen aan zijn einde door nieuwvormingen, terwijl de top 5 bestaat it respectievelijk de Irish water spaniël (51%), Flat-coated retriever (50.3%), Visla (langhaar) met 46,7% en de Berner Sennenhond met (45.7%). Dit geeft aan dat er minimaal een genetische achtergrond voor kanker aanwezig is in deze rassen, alhoewel de precieze oorzaak nog lang niet duidelijk is.

Naar de Berner Sennenhond is recent in Zwitserland, het moederland van het ras, weer onderzoek gedaan Nu onder uitsluitend raszuivere (met stamboom) honden. Gedurende een langere looptijd werden de doodsoorzaken van 1290 honden verzameld. Allemaal geboren tussen 2001 en 2002 in Zwitserland.

Allereerst het goede nieuws, de levensverwachting van de hond lijkt weer wat toe te nemen. Was de hond in 130130n bepaalde studie uit 1996 nog de hond die het jongste doodging, gemiddeld werd een Berner Sennen niet ouder dan 6,8 jaar, dit onderzoek toont een levensverwachting aan van 8,4 jaar. Wellicht omdat het allemaal stamboomhonden zijn mede door wat meer medische zorg, maar daar is in het onderzoek niet naar gekeken. De teven leven langer dan de reuen (8,8 jaar versus 7,7 jaar). Ongecastreerde reuen leven het kortst, intacte (dus niet-gecastreerde) teven het langst. Omdat de leeftijd van sterilisatie niet is gevraagd kon daar geen conclusie uit worden getrokken.

Ook hier blijkt kanker de grootste doodsoorzaak. Maar liefst 58,3% van alle honden overleed aan een vorm van kanker.  Bij ruim 23% bleef de doodsoorzaak onbekend. Gewrichtsproblemen (HD etc.) deed 4,2% van de honden overlijden (euthanaseren), ruggewervelproblemen nog eens 3,4%.  Nierproblemen (3,1%) en maagtorsie (1,8%) waren de overige -gediagnosticeerde- doodsoorzaken.  Voor de goede orde, de diagnose knker werd lang niet altijd uitgebreid onderzocht, zeker niet post mortem om het met zekerheid vast te stellen. Om diverse redenen zagen eigenaren uiteindelijk toch van een necropsie af.

Welke vorm van kanker de hond dan uiteindelijk fataal werd blijkt een breed spectrum te zijn. Histiocytisch Sarcoom, op zichzelf een zeldzame vorm van kanker maar veel voorkomend bij met name de Berner Sennenhond, was in ruim 10% de prevalente vorm.Lymphekanker in bijna 7%, osteosarcoom (botkanker) in 5%. Longtumoren, tumoren in meerdere organen,  levertumoren, ze kwamen allemaal voor in meer of mindere mate.

Hoe dan ook, ondanks de toegenomen leeftijdsverwachting bij deze populatie, is de incidentie van kanker in vergelijk met de overige hondenpopulatie bijzonder hoog. Bij ras- zowel als niet-rashonden ligt de incidentie normaal tussen de 15 en 27%. De levensverwachting, van het grotere type hond (kleine honden leven in het algemeen sowieso al langer) is ruim 10 jaar, en daar steekt de 7,7 jaar erg mager bij af. Voor wie dan ook een maatje voor een langere tijd wil, lijkt de keuze voor dit ras niet voor de hand liggend.


bron

Life expectancy and causes of death in Bernese mountain dogs in Switzerland