De Spaanse meutejacht, erfgoed of kwelling
Een schande, zo vinden ecologische groepen en dierenactivisten. Maar de politieke partijen zijn blij, de meeste althans. Werd afgelopen november de “monteria” en de “rehala” in de Spaanse provincie Andalusië tot cultureel erfgoed benoemd, ook in de Extremadura schaart de politiek zich nu in meerderheid achter een dergelijk initiatief.
Let op, de videobeelden kunnen als schokkend worden ervaren!
De monteria is een specifiek Spaanse vorm van drijfjacht. Er zijn twee soorten, een van deze soorten wordt vooral in de noordelijke provincies (Asturië, Galicië) uitgevoerd en betreft het op een bepaalde manier jagen op everzwijnen, de monteria in Andalusië en de Extremadura is van een tweede vorm, waarin met grote meutes honden (de “rehala”) op everzwijnen, damherten en moeflons wordt gejaagd. De meutes honden, meestal podenco-achtigen, alhoewel er bij de jacht op everzwijnen ook wel van mastiff-achtigen gebruik wordt gemaakt, bestaan uit soms wel 40 exemplaren, en jagen het wild zonder het daadwerkelijk aan te vallen op de wachtende jagers af, alhoewel het ook zo kan zijn dat de rahala is samengesteld it honden die –nadat de speurdhonden het wild gelocaliseerd hebben en de drijfhonden het hebben opgejaagd, de derde groep honden, de grijpers, het wild daadwerkelijk aanvallen en zo vasthouden tot de menselijke jager het afmaakt. Podencoworld omschrijft de roedels die gebruikt worden als “Het is verbazingwekkend, de diversiteit van rassen en mixen die in een roedel worden samengevoegd. Kern van de meeste roedels zijn groot gebouwde Podenco’s (vaak de Podenco Campanero of Podenco Paternino), aangevuld met andere jacht-, herders- en berghonden. Bij de Monteria worden snelle loop- en speurhonden zoals Podenco’s en jachthonden als vinder gebruikt. Uit de roedel komen dan de pakkers naar die plek, die de zwijnen grijpen en vasthouden, totdat de Rehalero de prooi met een mes kan doden. Als een wild zwijn wordt gepakt door een van deze honden, dan stort meestal de hele roedel zich op het wild. Als pakkers worden vaak de Alano Español, Dogo Argentino, Dogo Canario, maar ook Mastin Espanol of de Mastin del Pirineo gebruikt. Ter verbetering van de snelheid worden deze pakkers graag met de Podenco, jachthond of herdershond gemixt. Het is opvallend dat de voorkeur uitgaat naar witte of beige honden en zelden bruine of geheel donkere honden worden gehouden in Rehala's. Er bevinden zich Podencokruisingen met een Brak, Spinone, Griffon in de roedel, maar ook met herdershonden als de Gos d’Atura.”
De eerste vorm van de monteria is de oudste, maar ook de tweede, typisch Spaanse vorm, bestaat al ruim 300 jaar. In die zin is het –los van dierenleed- niet onlogisch het cultureel erfgoed te noemen. Tegenstanders zeggen echter dat deze vorm van jagen ook voor de honden een drama is. De meutes worden vaak slecht gesocialiseerd, en tussen de drijfjachten door zouden ze in “deplorabele” omstandigheden leven.
De meeste rehala’s zijn “commerciële” meutes die worden gehuurd. Het zou volgens opgaven van de jachtverenigingen ook niet anders kunnen, omdat de kosten van een rehala hoog zijn, opstartkosten liggen rond de 80.000 euro, de jaarlijkse “onderhoudskosten” tussen de 10- en 20.000 euro.
Los van de leefomstandigheden, zou de monteria ook de natuur ernstig bedreigen en zouden honden die niet langer goed kunnen jagen massaal worden gedumpt of gedood, vaak door ze op te hangen.
Anderzijds, veel Spanjaarden zien de monteria nog altijd als een mooie hobby die hoort bij de cultuur van het land. Honden en andere rehala-toebehoren worden op de lokale “marktplaats” volop verkocht, en vaak wordt terugverwezen op een oud boek (Veinte años de caza mayor) van de Graaf van Yebes dat de rehala en monteria tot in detail beschrijft en verheerlijkt. Net als met stierenvechten lijkt dit een zaak die in Spanje de meningen sterk verdeelt, net als vuurwerk en Zwarte Piet hier.
foto boven artikel: screenshot uit video over monteria's